JLab onderzocht dit voorjaar de rol van de docent journalistiek in deze vloeibare tijden. Hoewel het onderzoek kleinschalig was, waren er toch interessante uitkomsten die vragen om een vervolg.
In het boek Liquid Modernity (2000) van de Pools-Britse socioloog Zygmunt Bauman, beschrijft hij hoe we leven in een ‘vloeibare samenleving’, vol constante veranderingen en daarmee gepaard gaande onzekerheden en verwarring van het individu. Naast Bauman waren er de afgelopen jaren verschillende anderen die dit verschijnsel beschreven.
Zo’n vloeibare samenleving vol technologische ontwikkelingen heeft ook effect op de journalistiek. Er zijn talloze nieuwe manieren om verhalen te vertellen, de mediaconsumptie verandert, media-organisaties reorganiseren, er ontstaan nieuwe verdienmodellen. Dit allemaal heeft niet alleen invloed op de rol van de journalist, maar ook op de opleidingen journalistiek. Om die reden hebben we in 2016 het curriculum van de School voor Journalistiek in Utrecht ingrijpend gewijzigd. Uitgangspunten waren onder meer:
- leren door te doen;
- ruimte voor flexibiliteit en experimenteren;
- dichtbij het werkveld, niet alleen volgend, maar ook vormend.
Dit nieuwe curriculum vraagt echter ook om een andere docent. Maar hoe geef je les voor een werkveld waarvan je niet weet hoe het er over vijf jaar uit zal zien? Hoe ga je om met die onzekerheid? Voor dit onderzoek wilden we analyseren hoe journalistiekdocenten omgaan met dit gegeven, welke rol zij aannemen in deze nieuwe omgeving en welke impact dit op hun manier van onderwijs geven heeft.
Methode
Als opzet voor het onderzoek kozen we voor de stimulated recall methode (Calderhead, 1981). Deze houdt in dat je video-opnames maakt van een lessituatie om vervolgens aan de hand van specifieke onderwerpen een gesprek te voeren. Voor de eerste opzet van dit onderzoek filmden we zes docenten uit het eerste jaar in werkcolleges van vergelijkbare vakken.
Deze video’s codeerden we aan de hand van de taalgenres (Lockhorst, Van Oers & Wubbels, 2006). Met deze ‘genres’ kun je onderscheid maken in de acties van de docent. Geeft hij of zij bijvoorbeeld instructie over een bepaald onderwerp, doet hij iets voor, laat hij studenten reflecteren op hun eigen handelen?
Vervolgens vroegen we aan de betreffende docenten zelf of zij zelf eerst de video’s wilden terugkijken en ‘bumpy moments’ in hun lessen konden aangeven. Dit zijn momenten die hen zelf opvielen, en/of waarvan ze achteraf het gevoel hadden dat ze ook anders hadden kunnen handelen.
Aan de hand van deze bumpy moments interviewden we de zes de docenten met twee onderzoekers. We lieten hen reflecteren. Hoe zien ze zichzelf? Hoe werken ze met dit nieuwe curriculum in dit veranderende journalistieke landschap? Hoe vinden ze dat zouden moeten handelen? Alle interviews transcribeerden en analyseerden we.
Uitkomsten
Uit de analyse kwamen drie thema’s naar voren: hun rol, hun ambities en hun worstelingen. Wat betreft hoe zij zichzelf zagen, noemden de docenten zich bijvoorbeeld gastheer, leider, opvoeder, meewerkend voorman, baas, coach, entertainer. Een groot deel van hen vonden het heel belangrijk om de studenten echt te leren kennen, om zich beter in hen te kunnen inleven. Juist in dit nieuwe curriculum en deze veranderende tijden vonden ze dat een van de belangrijkste aspecten.
Pratend over de manier waarop ze handelden in hun lessen, kwam er vooral uit naar voren dat ze ambities hadden om anders (bijvoorbeeld meer coachend) te gaan werken om zo aan te kunnen sluiten bij die snel veranderende wereld, maar dat dat in de dagelijkse praktijk niet altijd gemakkelijk is. Ze worstelden met verschillende zaken:
- Tijd voor exploratie versus theorie die behandeld moet worden.
- Instructie geven versus studenten zelf in groepen laten ontdekken
- Ruimte voor interactie versus beschikbare lestijd.
- Vraaggestuurd versus aanbodgericht onderwijs
Er was dus sprake van een discrepantie tussen ambities en de werkelijkheid. De manier om daarmee om te gaan, was door de controle te proberen te houden. Bijvoorbeeld als het gaat om welke theorie of vaardigheid er aan bod komt, eindcontrole op de kopij, in de relatie, maar ook in het klassenmanagement. Enerzijds wilden de meeste docenten wel vrijheid en verantwoordelijkheid geven aan de studenten, anderzijds wilden ze wel zorgen dat ze op tijd waren in de klas, hun deadlines haalden en aangehaakt waren.
Voorlopige conclusie en vervolg
Dit was een kleinschalig onderzoek. Wat het wel duidelijk heeft gemaakt, is dat inderdaad niet alleen de journalistiek in transitie is, maar ook de opleidingen journalistiek en zeker de docenten. Komende tijd zullen we verder uitwerken op welke manier we dit onderzoek verder kunnen uitbouwen, zodat we kunnen komen tot persona’s en welke vaardigheden er nodig zijn om te kunnen werken als docent journalistiek in deze vloeibare tijden.
Mocht u geïnteresseerd zijn om samen te werken, dan horen we dat graag: maaike.severijnen@hu.nl