Onlangs publiceerde de altijd verrassende Sonia Livingstone een artikel over mediawijsheid. De collega die mij hierop wees, typeerde Livingstone’s omschrijving van mediawijsheid in dit artikel als een duizenddingendoekje. Dat is niet alleen een prima samenvatting, het is ook een prachtige term. Zie de titel: ‘Media literacy – everyone’s favourite solution to the problems of regulation’. En de eerste zin: Media literacy is often cited as the solution – but to what problem?
Inderdaad, als het klopt dat mediawijsheid het antwoord op vele vragen is, wat zijn dan die vragen of, algemener: wat is het probleem? Ook Livingstone, vooral bekend door haar onderzoek naar het effect van media op (jonge) mensen, weet daarop het antwoord niet en stelt terecht dat als mediawijsheid het antwoord zou zijn het probleem dus niet bestaan zou hebben als we mediawijs waren geweest. Deze kurkentrekkerredenering alleen al bewijst dat de zaak ingewikkeld ligt. Want ‘we’ zijn best mediawijs, althans waren het. En als we het tegenwoordig niet meer zijn, dan komt dat niet doordat we opeens collectief dom zijn geworden maar doordat er in onze omgeving iets is gebeurd dat ons op achterstand heeft gezet. Dat ‘iets’ is blijkbaar groter, sterker en sneller dan wij. Het belangrijkste probleem is dus niet onze eventuele mediawijs- of mediadomheid maar dat ‘iets’. Wat is het?
Het antwoord op deze vraag is in zijn algemeenheid net zo eenvoudig als het in bijzonderheid, in detail dus, moeilijk is. Maar ook daarbij kan het werk van Livingstone helpen. Zij was namelijk een van de eersten die een jaar of tien geleden wees op een fenomeen dat onder onderzoekers vervolgens furore maakte en, met dank aan de aloude Daniel Boorstin, veelal mediatisering of medialisering wordt genoemd: het feit dat gebeurtenissen in toenemende mate onderdeel zijn van een mediaproces ofwel, omgekeerd, in afnemende op zichzelf staan of kunnen staan.
De voorbeelden liggen voor het oprapen. De politiek van Trump bijvoorbeeld: één groot mediaspel waarbij zelfs waar en onwaar mediacategorieën zijn geworden. Oorlogsvoering: maakt het nog uit of je een spelletje speelt of echt ‘vecht’. Gebeurt dat in oorlogen überhaupt nog wel, ‘vechten’, man tegen man, tank tegen tank, vliegtuig tegen vliegtuig? Is het niet allemaal virtueel? En dan onze intermenselijke communicatie? Dankzij digitale en sociale media is die in afgelopen tien, twintig jaar onevenredig toegenomen. Maar met eenzelfde kracht is de mens van vlees en bloed uit die communicatie verdwenen. Zo kan ik nog wel even doorgaan.
Anders gezegd, er heeft zich in afgelopen tien, twintig jaar een ongekende verandering voltrokken. Wie dat niet ziet, is stekeblind. Zoals gezegd: het antwoord op de vraag is in zijn algemeenheid eenvoudig. Maar dan begint het pas. Wat betekent dit, voor ons, de samenleving, politiek, het persoonlijk gevoelen, relaties, zakendoen enzovoort enzovoort. Geen mens die het kan zeggen, temeer niet omdat de verandering op dit moment, as we speak, plaatsvindt. Elke analyse is bij voltooiing alweer verouderd. Het is zoals Livingstone zegt: ‘What media literacy includes is a moving target. As society becomes more dependent on the media, the media are becoming more complex, fast-changing, commercial and globalised.’
Een van de betere omschrijvingen van de huidige verandering is afkomstig van de oprichter van het Wereld Economisch Forum, Klaus Schwab. In zijn nog slechts enkele jaren geleden (2016) gepubliceerde boek over de vierde industriële revolutie beweert hij dat we na de eerste industriële revolutie van het stoom, de tweede van de elektriciteit en de derde van de digitalisering sinds kort weer een stap verder hebben gezet. In de huidige revolutie verdwijnen de grenzen tussen fysieke, digitale en biologische sferen. Robots (machinemensen), kunstmatige intelligentie, 3D printen, zelfrijdende auto’s, verbondenheid van alles (muziek, thermostaat, veiligheidscamera, wasmachine) met internet: de digitalisering grijpt zo diep in op alles wat we doen, denken, zijn dat zij ons uiteindelijk allemaal flabbergasted achterlaat.
Helpt mediawijsheid dan?
Nee, tenzij. Nee want de verandering gaat zo diep en is zo snel dat daartegen voorlopig niets en niemand bestand is. Tenzij je mediawijsheid anders omschrijft dan gebruikelijk, niet als een vorm van kennis maar als een attitude die gegrondvest is op precies dat besef: dat veranderingen te snel gaan, dat we ze niet bij kunnen houden en dat het dus verstandig is er niet als een dwaas achteraan te hollen. Wijsheid is geen optelsom van kennis, zij is een resultaat van ervaring en begrip. Dat is overigens een oude wijsheid :)).