Het was een ware trend, vorig jaar – Facebook lanceerde Instant Articles, Google zijn News Lab, en journalisten waren in trek als curatoren. Zo rond de zomer van 2015 zag ik het ene na het andere bericht voorbijkomen waarin duidelijk werd dat bedrijven als Google, Facebook en Twitter sterk inzetten op content, door journalisten als nieuwscuratoren aan te nemen. De redding van de journalistiek leek nabij. Tenminste, dat was de sfeer die je in de berichten proefde.
Je hoeft natuurlijk geen genie te zijn om te concluderen dat deze tech-giganten dat alleen maar deden om winst te maken, en hun marktpositie te behouden. Immers, door de gebruikers goede content aan te bieden blijven ze jouw dienst gebruiken, en goede content komt traditioneel vanuit de nieuwsmedia. Ergo, je hebt journalisten nodig.
Mooie ontwikkeling, aangezien dit ook nieuwe kansen biedt voor journalisten, die toch niet makkelijk aan werk kunnen komen. Maar wat houdt het eigenlijk in om als nieuwscurator voor een tech-gigant te werken? Technologie-blog Gizmodo sprak enkele journalisten uit het originele curatorenteam van Facebook, en geeft een goed beeld van de werkomstandigheden waarin zij, vrijwel allen net afgestuurd aan een j-school, in terecht kwamen.
Conclusie van het artikel? De werkomstandigheden zijn slecht, en de werkzaamheden zijn gericht op het produceren van zoveel mogelijk content. Het is maar de vraag of het werk eigenlijk wel journalistiek te noemen is. De journalisten geven aan dat Facebook vooral wil dat gebruikers binnen Facebook blijven, andere sociale media mogen niet met naam worden genoemd. Daarnaast hadden de journalisten het gevoel dat ze een algoritme aan ‘trainen’ waren. Een algoritme dat uiteindelijk het werk van de journalisten overbodig zou maken.