‘Gelovige net zo misdadig’, koppen regionale dagbladen van HDC Media deze week, waaronder het Leidsch en Haarlems Dagblad. De kop zou de conclusie zijn van een studiemiddag over het verband tussen religie en criminaliteit van het Nederlandse Vereniging voor Criminologie in Amsterdam.
Welnee, zegt het Reformatorisch Dagblad en destilleert uit voorgesprekken met twee sprekers van dit congres de kop: ‘Religie heeft remmend effect op criminaliteit’.
Hetzelfde congres, hetzelfde onderwerp met citaten van dezelfde twee sprekers: Hans Boutellier, directeur van het Verwey-Jonker Instituut en hoogleraar Veiligheid en Burgerschap aan de Vrije Universiteit, en Jasper de Bie, promovendus criminologie aan de Universiteit Leiden.
Maar totaal anders aangevlogen.
De regiojournalist trapt af met een bijbeltekst waarin ongelovigen veroordeeld worden om hun gruwelijkheden en dist vervolgens een lijst met overbekende voorbeelden op van gelovigen die er zelf ook een bende van maken (‘islamitische eerwraak, seksueel misbruik binnen de rooms-katholieke kerk en terreurgeweld door extremisten’).
Na deze vrij lange inleiding volgt een verbazingwekkend genuanceerd verhaal met feiten en citaten waaruit blijkt dat het nog niet zo eenvoudig is om vast te stellen of gelovigen ‘net zo misdadig’ zijn als ongelovigen. Er had in de kop dus net zo goed ‘net zo braaf’ kunnen staan.
Het RD kiest een heel andere, positieve invalshoek, namelijk dat moraal en religie niet slechts een rol spelen bij crimineel gedrag maar ‘fundamenteel’ zijn voor de inrichting van een samenleving. Religie zou na de Tweede Wereldoorlog een remmende werking op dit gedrag hebben gekregen. Een heerlijk geruststellende, bevestigende mededeling voor de RD-lezer, maar ook hier ligt de werkelijkheid iets anders.
Want wat zeggen beide onderzoekers nu precies in deze artikelen?
Zowel in het RD als in de regionale kranten zegt Boutellier dat niet zozeer religie maar religieuze gemeenschappen een remmende werking hebben op crimineel gedrag door factoren als sociale controle en collectief bewustzijn. Daar gaat een disciplinerende werking vanuit. Ook speelt de sociaal-maatschappelijke achtergrond (armoede) een grote rol.
En volgens De Bie is het verband tussen religie en criminaliteit eigenlijk nauwelijks aangetoond. Daarvoor is het onderzoeksgebied te diffuus en te complex. Zelfs bij radicale groeperingen is het nog maar de vraag of zij handelen uit religieuze overwegingen. Pragmatisme en politiek lijken een grotere rol te spelen dan geloof.
Maar ja, dat soort nuances voert natuurlijk veel te ver en er is al helemaal geen lekkere kop van te maken. Alleen komt een koppen- en introsnellende lezer van deze kranten dit niet meer te weten.