Nieuwsgebruik en -mijding tijdens de ‘infodemic’

AI-gegenereerde afbeelding
AI-gegenereerde afbeelding

Tijdens de pandemie heeft het publiek meer dan ooit behoefte aan informatie. Met steeds veranderende maatregelen om Covid-19 in te dammen, en veel onzekerheid over hoe het virus zich verder verspreidt, is het publiek grotendeels afhankelijk van media om op de hoogte te blijven. Tegelijkertijd wordt er zoveel informatie verspreid, dat het WHO zelfs spreekt van een infodemic, waar de overvloed van informatie en verspreiding misinformatie centraal staan.

In het huidige digitale medialandschap is het bijna onmogelijk nieuws te missen. Het nieuws is overal. Maar tegelijkertijd zien we een paradox. De overvloed van informatie en ruime keuze van nieuwsmedia kan leiden tot het (tijdelijk) vermijden van (bepaalde) nieuwsmedia of berichtgeving. Geldt dit ook tijdens de Covid-19 crisis? Mijden mensen het nieuws meer? Hoe ging het publiek om met de infodemic?

In dit onderzoek van J-lab keken we naar de nieuwsconsumptie van het Nederlandse publiek in de eerste vier maanden van de Covid-19 crisis. Op drie momenten hebben we een panelsurvey uitgezet (onder een representatieve steekproef van +/- 1500 mensen): begin april, een paar weken na de lock-down, begin mei toen de scholen weer opengingen en halverwege juni, toen de horeca weer open was. De resultaten van de eerste survey zijn te lezen in dit blog.

 

Nieuwsconsumptie tijdens de Covid-19 crisis

We zien dat in het begin van de pandemie het publiek veel behoefte had aan informatie. Niet alleen gingen ze vaker nieuws consumeren (61%) dan voorheen, ook deden ze dit bij meer verschillende nieuwsbronnen (51%). Een paar maanden in de crisis lijkt de behoefte aan extra informatie af te nemen; slechts 21% gaf aan vaker nieuws te volgen en 28% gaf aan dit bij meer verschillende bronnen te doen.

Dit zien we ook terug bij de nieuwsbronnen die het publiek consumeerde voor informatie over Covid-19. Vrijwel bij alle nieuwsbronnen neemt het gebruik af. Het meest geraadpleegde medium is televisienieuws van de publieke omroep, wat ook te verklaren valt doordat hier de persconferenties werden uitgezonden. Op de tweede plaats werden de websites en -apps van bestaande media het vaakst gebruikt, terwijl de papieren versie minder populair bleek. Al blijft het gebruik van de laatste genoemde stabiel over tijd in tegenstelling tot het journaal en online media.

De populariteit van het televisienieuws daalt van 74% in april naar 59% in juni, en de nieuwswebsites en -apps van 66% naar 53%. Ook zien we flinke dalingen bij websites en campagnes van landelijke instituten (zoals de RIVM en de overheid) – van 17% naar 6% – en van live blogs – van 30% naar 17%. We kunnen stellen dat in het ‘heetste’ moment mensen meer nieuws en vooral andere of extra bronnen consumeerden, en na een paar maanden in de crisis weer terug keerden naar hun standaard nieuwsconsumptie.

 

Nieuwsmijding tijdens de Covid-19 crisis

Het publiek ging in het begin van de crisis dus meer consumeren, bij meer verschillende bronnen en hadden de behoefte geïnformeerd te worden. Tegelijkertijd zien we dat een grote groep (53%) aan gaf afstand of pauze te nemen van nieuws over Covid-19. Naarmate ze minder gingen consumeren verder in de crisis, neemt deze behoefte voor een pauze ook af (naar 44% in juni). Wel zien we dat hoe langer de crisis voortduurde méér mensen het nieuws in het geheel gingen vermijden.

De voornaamste reden hiervoor is dat men het gevoel had overladen te worden met informatie (59%). Veel meer dan het gevoel emotioneel (overbelast) te worden (29%) en een negatief effect op het mentale welzijn (40%) van het nieuws over Covid-19. Deze laatste twee dalen ook het meest in drie maanden tijd. Dit valt te verklaren doordat mensen dus minder nieuws gingen consumeren en vaker gingen vermijden, blijkbaar ten behoeve van hun emotionele staat.

Dit is een opvallend kenmerk voor de infodemic, waar het WHO zorgen over uitte: alle informatie, met name aan het begin van de pandemie, heeft óók negatieve effecten op het algehele welzijn van het publiek. Waaruit de vraag opkomt: wanneer is het genoeg? Ja, men heeft behoefte aan informatie, maar er is een keerpunt waar het publiek nieuws de rug toekeert, al is het maar tijdelijk. Dit roept veel vragen op voor de journalistiek. Wanneer is het publiek voldoende geïnformeerd? Heeft het zin om alle ontwikkelingen 24/7 te plaatsen? Heeft het publiek behoefte en toevoeging aan nieuws over nieuwe dodentallen en zieken per dag? Of heeft de media een taak de diepte in te gaan, en wellicht het snelle nieuws over te slaan? De taak te reflecteren op de situatie en context te bieden? Met misschien als resultaat dat de websites niet overladen raken met snelle updates, maar wel met een publiek dat emotioneel in staat is het nieuws te blijven volgen. Deze vraagstukken zullen ook aan bod komen tijdens het HU-podium debat ‘We slaan het nieuws maar even over’, op donderdagmiddag 17 september in de Bibliotheek Neude.

Verantwoording JournalismLab voert een grootschalig survey-onderzoek uit naar nieuwsgebruik en nieuwsmijding tijdens Covid-19, onder een representatieve steekproef van Nederland via een panel van I&O research. Deze is uitgezet in drie golven. Voor meer informatie over de data kun je contact opnemen (kiki.debruin@hu.nl).

MEER OVER

Over Journalismlab

Onderzoek in de context van de digitale wereld

Het lectoraat Kwaliteitsjournalistiek in Digitale Transitie (JournalismLab) doet aan de hand van diverse thema’s praktijkgericht onderzoek. Hierbij kijken we naar de wederkerigheid tussen drie journalistieke processen: productie, inhoud en effect.

Deel dit artikel:

Lees meer

Thema's

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Wil je op de hoogte blijven van Journalismlab en alle ontwikkelingen schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief.