Jong Talent: Judith Grobecker

JONGT TALENT: Iedere maandagavond een nieuw portret van een oud-student aan de School voor Journalistiek. Waar zijn deze journalisten beland? Waar valt nog een slag te slaan in hun vakgebied? En welke handvatten hebben zij meegekregen tijdens hun studie in Utrecht?

 

JUDITH GROBECKER. Benieuwd naar het hele gesprek? Bekijk hier het interview:

https://www.youtube.com/watch?v=W1Aj6wBFQYA

Ze is een keiharde werker, iemand die veel gezelligheid met zich meebrengt, enthousiast, creatief en durft tijdens interviews kritisch te zijn. Het zijn zomaar wat lieve woorden van collega’s als ik ze vraag Judith te omschrijven. Maar ze slaan de spijker meteen op de kop. Want ze is radiomaker pur sang, was stagiair bij de Coen en Sander Show, is producer bij 3FM en reisde naar het Zuid-Afrikaanse Kruger Park om verslag te doen van de illegale jacht. Deze week zocht ik Judith Grobecker op in de studio van 3FM.

 

STRALEN

Judith, je straalt helemaal. Eva Koreman, jouw collega en DJ bij 3FM, is nu weg. Dan ben je de producer van het hele programma. Wat is jouw taak dan?

‘Doordeweeks bereiden we het hele programma voor en zorg ik ervoor dat we de dingen erin hebben staan, ik vergader met Eva wat we gaan doen, ik maak het draaiboek en zorg ervoor dat het goed in elkaar zit. Tijdens de uitzending zorg ik ervoor dat de bellers gescreend zijn, dat ze weten wat ze moeten doen en wat er van ze verwacht wordt en dat ze in de uitzending zitten. Met Eva overleg ik wat zij moet doen en nemen we de hele uitzending voor om de hele uitzending zo leuk mogelijk te hebben. Dat is mijn hoofddoel: de uitzending zo leuk mogelijk te maken.’

 

‘Ik wil de uitzending zo leuk mogelijk maken!’

 

Het echte werk zit in de voorbereidingen van het programma, zodat je het vanaf het begin tot aan het eind de uitzending in je hoofd hebt.

‘Ja, ik heb het draaiboek zit altijd goed in mijn hoofd. Ik weet precies wat er gaat gebeuren.’


Je kunt het dromen.

‘Ja, maar iedere week is het anders: we kijken waar we kunnen schaven, wat leuk is op welke plekken in de uitzending en we laten veel af hangen van de berichten die binnenkomen.’

 

Dat radio maken jou ligt, is ook te zien tijdens jouw werk. Ik mocht het net even bestuderen langs de kant. Wat gebeurt er met jou op het moment dat je live gaat?

‘Het is geen grote adrenalinekick en niet meer alsof je uit een vliegtuig springt. Dat was de eerste keren wel heel erg. Het went dus ook heel snel, maar dat is ook gelijk het gevaar.’

 

Dat je niet blijft genieten?

‘Nouja, ik geniet altijd want iedere show die je maakt, is fantastisch. Maar het gevaar is dat het geen dagelijkse routine wordt, je moet geprikkeld blijven. Luisteraars luisteren iedere keer naar een andere show en willen dus iedere keer iets anders horen. Dat is voor jezelf soms nog wel moeilijk, omdat je totaal iets anders moet doen. En ik ben nu ook steeds bezig om een programma te maken alsof ze het voor het eerst horen. Maar het wordt uiteindelijk wel routine natuurlijk. Bij ieder beroep wordt het steeds normaler natuurlijk, maar dat betekent niet dat het minder leuk wordt.’

 

BONUS

Het begon jaren geleden op de School voor Journalistiek, waar je ook het Bonusprogramma deed, toch?
‘Ja en in dat Bonusprogramma gaan vier mensen journalisten uit het vak uitnodigen: een soort College Tour, maar dan net iets leuker. In een collegezaal nodig je mensen uit, maar het wordt alleen niet gefilmd. Voor de rest is het exact hetzelfde concept: dat je iemand uit de journalistiek uitnodigt, interviewt en ervoor zorgt dat er mensen in de zaal zitten en je de journalist het hemd van het lijf vraagt.’

‘Ik maak een radioprogramma voor de luisteraars alsof ze het voor het eerst horen.’


Elke week dus een goed gesprek met een bekende journalist. Of een onbekende journalist, die zijn vaak het leukste. Welk gesprek is jou bijgebleven?

‘Ohh, zoveel! Ik vond er meerdere echt te gek. Ik vond het gesprek met Hanneke Groenteman fantastisch. Zij is een fantastische vrouw en dat was een heel mooi gesprek. We hadden de grote namen als Eva Jinek en Matthijs van Nieuwkerk, maar Eric Corton was toch wel echt het hoogtepunt. Ik werkte nog niet bij de radio, ik hoorde een jaar later dat ik bij de radio mocht werken en kwam hem toen dagelijks tegen. Dat was wel heel apart!’

 

Wat heb je geleerd in dat jaar?

‘Van alles: interviewen, research doen naar de gasten, ik denk dat ik best veel heb meegekregen wat ik nu nog steeds doe. Het vragen stellen. Bij het Bonusprogramma moet het juist niet zijn dat het puur een interview is, maar dat het een gesprek is. Het moet meer zijn dat je met elkaar in gesprek gaat over het vak, want het vak is supermooi. Je moet uitkijken dat het niet een vraag-antwoordgesprek is, maar dat je een café-achtige sfeer krijgt door gewoon te zeggen Hoe gaat het nou met je? Vertel me eens wat je allemaal hebt gedaan en hoe zit dat nou precies. Ik had daar aan het begin nog wel wat moeite mee om losjes te zijn, maar ik realiseerde me dat pas later.’

 ‘De School voor Journalistiek is heel bijzonder: een soort rariteitenkabinet.’

Focus op het belang van het gesprek.

‘Maar ook luisteren naar wat diegene zegt en haak daarop in. Doe niet aan een vraag-antwoordinterview, maar houd een gesprek. Het belangrijkste is dat je goed luistert.’

 

RARITEITENKABINET

De School voor Journalistiek wordt door veel mensen als een gouden tijd ervaren. Hoe heb jij die afgelopen jaren ervaren?

‘Fantastisch! Het is natuurlijk een bijzondere school. Het is een soort rariteitenkabinet met allemaal verschillende soorten mensen, wat ik fantastisch vind: met verschillende huidskleuren, met verschillende achtergronden, met verschillende ideeën over de wereld. Iedereen is compleet verschillend van elkaar, maar toch ben je met elkaar vrienden. Het is één grote vriendengroep waar je in terecht komt, waar je met elkaar Stef’s induikt, waar je met elkaar gaat sparren over je onderwerpen, waar je een leuk netwerk mee creëert. Het was een fantastische tijd zoals een studententijd hoort te zijn.’

 

In 2014 mocht je meedoen aan BNN University, een opleidingstraject waarbij je een half jaar wordt klaargestoomd tot allround journalist, verslaggever en producer. Heb je het door het echt allemaal zelf te doen, denk je meer geleerd dan al die jaren School voor Journalistiek?

‘Ja, sowieso. Maar ook vooral dat ik het anders heb geleerd. Waarbij de SvJ heel erg op de journalistiek gericht is en je, vooral bij de radio, je erg moet houden aan het vaste stramien.’

 

Wat is dat voor vast stramien dan?

‘Natuurlijk de wie, wat, waar, wanneer en waarom, maar ook letterlijk alleen maar gesprekken erin. Het is alleen maar gesproken woord. Een zwembad gaat sluiten en daar is een protest. De School voor Journalistiek verwacht dat jij dan met de beheerder van het zwembad gaat praten, dat je met de mensen van de gemeente en het protest gaat praten.’

 

SPANNENDE RADIO

Wat ook wel logisch is.

‘Logisch, maar wel saai. Er gebeurt dan niet zoveel. Terwijl als je op een andere manier gaat uitzoeken waarom het zwembad van belang is, dat jij zelf daar gaat zwemmen en met elkaar in opstand komt en gaat kijken dat er een opstand is en jij middenin die opstand gaat staan en gaat participeren, is dat veel interessanter om naar te luisteren, dan als je alleen maar gesproken woord luistert. Je kunt zoveel met radio. Doe dat dan ook. Participatie is de belangrijkste vorm van radio vind ik.’

 


Je bent later ook senior geworden bij BNN University.

‘Ja, dan was ik eindredacteur van BNN University van het programma Start! Ik heb twee lichtingen lang de nieuwe talenten begeleid.’

 

Wat voor mensen kom je daar dan tegen?

‘Ja, heel verschillend. Het zit hem al in de selectie: een heel strenge selectie omdat ze de beste mensen willen hebben. Ze nemen zo’n zes of zeven mensen voor een half jaar aan en die probeer je klaar te stomen voor allround radiomaker en dat is heel leuk en een bijzondere uitdaging.’

 

Ja, een uitdaging, maar als er zoveel aanmeldingen zijn voor zo’n traject en dan een heel klein groepje wordt aangenomen. Hoe val je dan op? Hoe heb jij dat gedaan?

‘Je maakt sowieso al onderscheid in het feit dat je BNN kent. Hoeveel aanmeldingen je wel niet ziet en vraagt wat is je favoriete radioprogramma en mensen aangeven Je zal het maar hebben. Sorry, maar dat is toch echt televisie. Dan denk je jongens, kom op. Het is niet heel moeilijk.’

 

Verdiepen in het bedrijf waar je je aanmeldt, dat is nogal logisch denk ik.

‘Ja, je hoort ook mensen die zeggen ik luister geen radio. Niet dat dat per se een reden is om diegene niet aan te nemen. Maar als we diegene vragen waarom ze bij de radio zouden willen werken en ze zeggen geen idee, dan denk ik klaar ermee. Ik wil geprikkeld worden, misschien juist leuk om soms ook mensen te hebben die niet naar de radio luisteren en iets anders te bieden hebben. Het zijn verschillende aspecten.’

 


Je straalt, je bent enthousiast en je kunt zien dat je liefde hebt voor het vak. Wat is dat dan die liefde voor de radio? Kun je dat uitleggen.

‘Radio is zo mooi, omdat je met weinig middelen, letterlijk alleen een microfoon, je een beeld bij mensen kan creëren en toch blijft het altijd iets wazigs, iets wat voor mensen zelf in te vullen is. En radio kan gewoon een hele hoop verlichting blijven: enerzijds is het dat mensen een gezellige nacht beginnen met hun wekkerradio, anderzijds is het als ze in de auto zitten, op weg naar hun studie of naar hun werk, ze die dag lekker kunnen afsluiten. Je kunt mensen een plezier doen, je kunt mensen de dag goed maken door een liedje voor iemand te draaien.’

 

RADIO ALS VRIEND

Het is een soort goede vriend

‘Eigenlijk wel. Dat is zo mooi. De heftigste uitzending by far die Eva en ik hebben gemaakt, is de uitzending in de nacht van de aanslag in Parijs. De eerst echt grote aanslag die dichtbij kwam. Wij zaten om twaalf uur op de zender: je weet nog niet wat er was gebeurd, er kwamen extra nieuwsberichten binnen en wij zaten middenin de heat of de moment. Het draaiboek is direct weggegaan en hebben direct gebeld met onze baas wat we moesten draaien. We hebben gekeken welke plaat we wel of niet konden draaien, omdat er misschien een gekke verwijzing inzat of het niet lekker voelde. Toen dachten we het allerbelangrijkste wat mensen nu willen, is muziek, troost of een blij nummer: laten we gewoon mensen aanspreken, laat ze een plaat aanvragen waar ze troost aan hebben. Of dat nou Brabant is van Guus Meeuwis of een heel heftig nummer, dat maakte toen niet uit. Mensen willen troost hebben en dat kan je wel bieden met radio.’

‘Tijdens de aanslagen in Parijs maakte Eva en ik de radio-uitzending. De heftigste uitzending by far’

 

Dat is ook het verschil als je Radio 1 hebt, waar urenlang wordt gediscussieerd over de veiligheid en 3FM is meer het gevoel.

‘Menen moeten hun ei kwijt, het is allemaal vreselijk, maar mensen hebben wel verlichting nodig. Het is daarom ook goed dat er zoveel zenders zijn. Radio 1 biedt inderdaad het nieuws wat heel veel mensen per se willen horen en bij 3FM wil je èn het nieuws èn de muziek. Wij merkten heel veel mensen die lekker de radio aanzetten en nog van niks wisten en letterlijk naar ons appten wat hoorde ik nou op jullie zender? Wat is er gebeurd? Als je dat die mensen als eerste vertelt, is dat de kracht van de radio. Dat maakt radio ook ontzettend mooi vind ik.’

 

STAGES


Je eerste stage was bij de Coen en Sander Show. Als je zegt journalistiek, denk je niet gelijk aan dat radioprogramma.

‘Maar daar word ik altijd heel chagrijnig van. Want wat is journalistiek? Tuurlijk is het anders dan voor Radio 1 werken en daar harde nieuwsreportages maken. Dat is heel anders, maar juist bij de Coen en Sander Show leerde ik op een heel creatieve manier nieuws maken. Zij proberen het kleine nieuws groot te maken en op een creatieve manier om te gaan met nieuwsberichten en dat is juist wat ik daar heb geleerd: door op een andere manier naar nieuws te kijken, word ik creatiever. Het is geen harde journalistiek, maar zacht. Maar uiteindelijk zijn de vaardigheden die je ervoor nodig hebt, hetzelfde.’

 


Je tweede stage was ook bij een radiozender. Nooit het gevoel gehad dat je dingen hebt gemist als krant of televisie, omdat je je vooral op de radio hebt gefocust?

‘De schrijvende journalistiek is niet helemaal mijn ding. Ik vind het prachtig als mensen dat kunnen en ik geniet van de verhalen die mensen kunnen maken. Ik ben mezelf ook wel veel aan het trainen om dingen op papier te zetten, dat moet ook wel als radiojournalist, maar het is niet mijn grootste hobby en televisie ook niet. De radio heeft mij wel helemaal gegrepen.’

 

Je bent dus in Zuid-Afrika geweest om verslag te doen van de illegale jacht. Hoe was dat dan om daar te zijn?
‘Dan voel je je in één keer echt journalist. Dat is lekker hoor. Dan denk je ik ben op de plaats van bestemming.’

 


Maar een weekje uitzoeken hoe die jacht zit, dat kan toch niet?

‘Maar ik ben er niet maar een week mee bezig geweest, ik was al voor die reis bezig met researchen: hoe groot het nieuws is, ver van tevoren heb ik wetenschappelijk onderzoek gedaan, sprak ik heel veel mensen van WNF en allerlei andere organisaties. Daar ter plekke ging ik in gesprek met de lokale bevolking. Ik ben langs het ministerie geweest in Afrika om te praten wat het ministerie probeert te doen om de jacht tegen te gaan. En natuurlijk kun je nooit het hele onderwerp in één keer omvatten, want het is één grote oorlog. Daar in Vietnam en andere Aziatische landen is het zo’n waanzin.’

En jij wil graag terug naar Johannesburg volgens mij hè?

‘Door mijn werk en studie komt het er steeds niet van, maar ik wil volgend jaar de auto pakken vanaf Johannesburg en wil ik in twee maanden tijd het volledige land afreizen. Eerst richting het Krugerpark, dan richting het zuiden langs Kaapstad en vanaf daar naar Mozambique of Kenia vliegen, waar ze vanuit Nederland bezig zijn met organisaties om door middel van drones en nieuwe technieken de jacht op neushoorns en olifanten tegen te gaan.’

‘Volgend jaar ga ik naar Johannesburg, richting het Krugerpark, naar Kaapstad en Mozambique of Kenia. Ik heb grote plannen.’

TOEKOMST
Even een blik in de toekomst. Waar sta jij over een aantal jaar?

‘Mijn grootste droom is het maken van radioreportages, grote reportages over mensen en de natuur. Anderzijds zou ik graag radio-eindredacteur willen worden: bezig zijn met programma’s beter maken en algemeen radio-eindredacteur voor een omroep lijkt mij te gek. Ik hoef niet per se achter de microfoon te zitten, laat een ander dat maar doen. Maar voorlopig zit ik hier helemaal op mijn plek. Ik vind het hier fantastisch!’

‘Ik hoef niet per se achter de microfoon te zitten. Ik zit nu heerlijk op mijn plek.’

Judith, ontzettend bedankt en fijn dat je alles over je carrière wilde vertellen. Veel succes in Zuid-Afrika en het verwezenlijken van je dromen. Bedankt,

‘Ja, jij bedankt!’

MEER OVER

Over Journalismlab

Onderzoek in de context van de digitale wereld

Het lectoraat Kwaliteitsjournalistiek in Digitale Transitie (JournalismLab) doet aan de hand van diverse thema’s praktijkgericht onderzoek. Hierbij kijken we naar de wederkerigheid tussen drie journalistieke processen: productie, inhoud en effect.

Deel dit artikel:

Lees meer

Thema's

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Wil je op de hoogte blijven van Journalismlab en alle ontwikkelingen schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief.