If it bleeds, it leads? Niet wat je publiek betreft

AI-gegenereerde afbeelding
AI-gegenereerde afbeelding

Het Reuters Digital News Report 2024 toont dat mensen behoefte hebben aan nieuws dat verdiept: nieuwsconsumenten willen meer dan alleen de feiten. Wat betekent dit voor buitenlandredacties in deze turbulente tijden? Intensieve gesprekken met vijftig volgers van buitenlandnieuws bevestigen de conclusie: graag minder korte nieuwsupdates en meer duiding en analyse.

“More than just the facts”, luidt de titel uit het Reuters-deelonderzoek naar nieuwsbehoeften. Mensen verwachten dat de media ze voorzien van feiten om op de hoogte te blijven, maar hebben ook een sterkte behoefte aan nieuws dat die feiten in perspectief plaatst. Reuters beschouwde voor het onderzoek naar nieuwsbehoeften de categorieën van bedrijf Smartocto en concludeerde dat naast “weten” als hoofdbehoefte voor nieuws, er ook een noodzaak is voor “begrijpen”.

Wat betekent deze trend voor buitenlandredacties? Met oorlogen in Oekraïne en Gaza, de comeback van Trump en de opmars van China zijn het turbulente tijden op het wereldtoneel. Nederland heeft als klein land met een groot buitenland een publiek met veel interesse in buitenlandnieuws, zelfs de grootste interesse in vergelijking met andere landen.

Welke buitenlandse gebeurtenissen de Nederlandse nieuwsmedia halen, komt in de praktijk vaak voort uit de slogan “If it bleeds, it leads”. Deze tamelijk cynische slogan sluit aan bij een net zo cynische journalistieke vuistregel bij nieuwsselectie, die het ANP in 2021 nog aanhaalde: “nieuws is het aantal slachtoffers gedeeld door het aantal kilometers vanaf Nederland. Meer slachtoffers? Dichterbij? Meer nieuwswaarde.” Onderzoek uit 2015 bevestigde dat “slecht nieuws” de belangrijkste nieuwswaarde is in de Nederlandse buitenlandjournalistiek.

In hoeverre sluit “slecht nieuws” anno 2024 nog aan bij de behoefte van het Nederlandse publiek dat zich steeds meer zorgen maakt over internationale spanningen en dat met een overvloed aan (internationale) nieuwsbronnen meer keuze heeft dan ooit tevoren?

Over de behoeften specifiek wat betreft buitenlandnieuws is weinig recent onderzoek beschikbaar. Wel krijgen de behoeften van nieuwsconsumenten in het algemeen steeds meer aandacht. Zo maken redacties in binnen- en buitenland steeds meer gebruik van verschillende nieuwsbehoeftemodellen zoals ontwikkeld door Maike Olij en het bedrijf Smartocto. Daarnaast zijn bezoekersstatistieken uiteraard al langere tijd een belangrijke factor voor de selectie van nieuws, al dan niet tegen de wil van journalisten en redactiechefs die audience metrics als basis voor nieuwsselectie nog wel eens vinden conflicteren met hun eigen professionele normen. In 2020 bleek uit onderzoek dat de zoektocht naar hoge bezoekersaantallen of traffic vaak leidt tot het produceren van veel artikelen in korte tijd met juist bij de artikelen met veel clicks veel updates (en degene met weinig clicks juist minder), ook al zien journalisten niet altijd de noodzaak.

De aandacht voor bezoekersstatistieken is begrijpelijk, maar kan ook een vertekend beeld geven. Ze meten namelijk niet wat de redacties níet aanbieden, en wat de doelgroep misschien wél zou willen. Ook academici uit de journalism studies-hoek pleiten daarom voor meer onderzoek waarbij mét het publiek in plaats van óver het publiek wordt gesproken. Ook zijn er media zoals EenVandaag en de Volkskrant die met focusgroepen en lezerspanels actief contact zoeken met hun publiek om te horen wat ze zouden willen.

Focusgroepen buitenlandnieuws

Om de behoeften specifiek wat betreft buitenlandnieuws in kaart te brengen, verrichte het lectoraat Kwaliteitsjournalistiek in Digitale Transitie van de Hogeschool Utrecht in de eerste helft van 2024 kwalitatief onderzoek in de vorm van groepsgesprekken van twee uur met in totaal vijftig mensen tussen de 20 en 72 jaar. Deelnemers hadden van tevoren aangegeven minimaal twee keer per week het buitenlandnieuws te volgen.

In de week voor de bijeenkomsten kregen respondenten de opdracht bij te houden wat ze zelf het meest interessante buitenlandnieuws vonden om vervolgens in de focusgroepen hun selectie en waardering te beargumenteren. Met name Amerikaanse verkiezingen (of specifiek Trump), de oorlog in Oekraïne (of specifiek Poetin) en de oorlog in Gaza sprongen er hier uit.

De meest geraadpleegde media voor buitenlandnieuws bleken de verschillende NOS-kanalen, NU.nl, RTL Nieuws en de Volkskrant (nieuwsmerken die overigens ook het meest worden vertrouwd volgens recente gegevens van het Commissariaat voor de Media). Er was echter ook een zeer grote variatie aan media van papieren kranten tot podcasts en online nieuws, ook van buitenlandse media zoals BBC, CNN en The Guardian.

Naast het bespreken van hun selectie beantwoordden respondenten vragen over onder andere waarom ze buitenlandnieuws volgen, wat ze in het algemeen interessant vinden, of dit voldoende aan bod komt, en of er bepaald nieuws is dat ze kunnen missen. Tot slot rangschikten ze een aantal door de onderzoeker aangedragen buitenlandproducties over uiteenlopende onderwerpen en genres zoals nieuwsvideo’s, analyses, reportages, liveblogs en explainers.

De intensieve gesprekken over hun perceptie van het buitenlandnieuws in Nederlandse media wijzen op deze vijf behoeften:

1: Meer verdiepende berichtgeving over geopolitiek, verschuivende machtsverhoudingen en de daaruit volgende conflicten.

Samengevat is het alom heersende gevoel dat er “nogal veel gebeurt in de wereld”. “Ik vind dat schaken op het wereldbord bijzonder fascinerend”, is een veelgehoorde variant op de interesse die ze hebben, maar ook omdat het effect heeft op onze veiligheid en politieke besluiten in Nederland. “We zitten nu op een soort kantelpunt van de afname van de invloed van het Westen en dat gaat voor ons heel grote gevolgen hebben”, aldus een deelnemer. “En dat is volgens mij een ontwikkeling die toch veel in de media gemist wordt.” Specifiek de rol van China wordt vaak genoemd als onderwerp waar ze meer over zouden willen horen. “Terwijl wij hier druk bezig zijn met Rusland is China ondertussen heel stil van alles wat aan het doen. Maar er wordt bijzonder weinig over verteld.”

2: Meer achtergronden en minder korte updates bij oorlogen.

Respondenten willen liever de duiding op een later moment dan constant nieuwe updates. De oorlogen in Gaza en in Oekraïne worden nog altijd als zeer interessante onderwerpen gezien, maar ze zien voor hun gevoel te veel herhaling en te weinig “nieuws”. Zoals een deelnemer zei: “In Oekraïne gaat het dan daar weer iets beter en elders weer ietsje slechter en dan krijgen ze weer iets meer wapens, of juist weer niet. Dat rommelt maar door de hele tijd en ga ik dan niet meer lezen.” Een andere deelnemer: “Datzelfde heb je natuurlijk ook met Gaza (..) vannacht weer drie doden. En morgen ook weer. En de kop voor overmorgen kan je alvast invullen.”

3: Meer context bij rampen, ongelukken en incidenten.

Kort nieuws over rampen en ongelukken zonder context beschouwen respondenten als weinig relevant, vaak ongeacht aantal slachtoffers. “Berichten zoals ingestorte mijn in Congo met zoveel doden, treinongeluk India met zoveel doden valt voor mij en mijn Brabantse vrienden in de categorie “’t’is wa””, aldus een deelnemer. “Het klinkt misschien heel hard en het is superrot voor de betrokkenen, maar ik kan er eigenlijk niet veel mee.” Een andere deelnemer verwoordde de behoefte aan meer informatie over oorzaken en gevolgen bij rampen als volgt: “Na een treinongeluk of vulkaanuitbarsting hoor je de dag erna vaak helemaal niks meer. Dan denk ik, ja maar dan hoef ik dat soort dingen toch ook niet te weten?”

4: Meer berichtgeving over landen uit andere werelddelen.

Respondenten zeggen het jammer te vinden “heel veel informatie te krijgen over slechts een paar buitenlanden”. Met name Afrika en Latijns-Amerika worden vaak genoemd. Respondenten storen zich eraan dat deze regio’s door de media als “tweederangs nieuws” lijken te worden gezien. “Een heleboel landen of continenten blijven eigenlijk zo heel erg onderbelicht in het nieuws” aldus de deelnemers die menen dat de media vaak te veel zijn gefocust op dezelfde brandhaarden en conflicten die “hot” zijn. “Ik vind het jammer dat daardoor andere onderwerpen letterlijk en figuurlijk uit de picture raken.”

5: Meer analyses en explainers, minder liveblogs (voor buitenlandnieuws).

Wanneer de deelnemers kunnen kiezen uit een nieuwsvideo, liveblog, explainer, analyse of reportage, verliest de liveblog als genre overduidelijk.  Voor sport of breaking news vinden ze dat een ander verhaal, maar voor buitenlandnieuws is het te versnipperd met te veel “losse flarden”. “Door de hoeveelheid vind ik het moeilijker om te filteren wat het hoofdnieuws is. Ik wil niet zozeer minder nieuws, maar minder kleine updates. Liever dan één keer per dag een grote samenvatting van de grote lijn.” De genres van voorkeur zijn dan ook de analyse en explainer voor meer achtergrond en verdieping. “Ook omdat ze vaak geschreven zijn door mensen die heel erg gespecialiseerd zijn op dat terrein.”

Meer dan “alleen de feiten”

Bovenstaande resultaten verdiepen de bevinding van Reuters: “few want ‘just the facts’”. Zoals Smartocto ook al eerder signaleerde hebben journalisten de neiging om vooral véél te publiceren zonder te kijken op welke maníer je die verhalen het beste kan vertellen. Zo krijgt het publiek veel update-verhalen te verwerken over wat er is gebeurd terwijl het soms beter is om te wachten en een stuk te plaatsen dat ze helpt te begrijpen waarom iets is gebeurd. Want volgens Smartocto zijn zeventig procent van de berichten Update me-verhalen die slechts zeven procent van de pageviews zouden leveren.

De vraag is in hoeverre dit ook wordt toegepast op buitenlandredacties die mogelijk een andere dynamiek hebben dan andere deelredacties. Het onderzoek naar buitenlandnieuws maakt duidelijk dat ook wat betreft ontwikkelingen op het wereldtoneel er juist in deze turbulente tijden een grote behoefte is aan meer duiding.

Dat lijkt met name het geval bij respondenten die NU.nl, de NOS (app en online) en RTL Nieuws als belangrijkste bronnen voor buitenlandnieuws gebruiken. Mensen die (daarnaast) een kwaliteitskrant lezen of actualiteitenprogramma’s kijken, geven vaak aan die verdieping wél te vinden.

Een overweging is dus voor bovenstaande nieuwsplatforms om naast de focus op welke onderwerpen redacties selecteren, nog meer te kijken naar hoe buitenlanditems worden gepresenteerd en in hoeverre deze vorm aansluit bij hun behoefte.

Daarbij is de slogan “if it bleeds, it leads”, mogelijk aan vervanging toe. “If it feeds, it leads”?

Over de auteur: Bram Peeters (1978) is docent buitenlandjournalistiek op de School voor Journalistiek en onderzoeker bij het lectoraat Kwaliteitsjournalistiek in Digitale Transitie van de Hogeschool Utrecht. Eerder werkte hij als buitenlandverslaggever voor verschillende (internationale) media, als bureauredacteur voor het ANP en NU.nl en als redactiechef bij de Clingendael Spectator.

Meer weten? Bram Peeters komt graag langs op redacties om de resultaten toe te lichten. Stuur een bericht naar bram.peeters@hu.nl.

Met dank aan Milou Vollebregt en Mirka van der Boom. Dit artikel is in verkorte versie gepubliceerd in het vakblad voor journalisten Villamedia.

MEER OVER

Over Journalismlab

Onderzoek in de context van de digitale wereld

Het lectoraat Kwaliteitsjournalistiek in Digitale Transitie (JournalismLab) doet aan de hand van diverse thema’s praktijkgericht onderzoek. Hierbij kijken we naar de wederkerigheid tussen drie journalistieke processen: productie, inhoud en effect.

Deel dit artikel:

Lees meer

Thema's

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Wil je op de hoogte blijven van Journalismlab en alle ontwikkelingen schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief.