Hoe de krant verdween uit Aarlanderveen (deel 1/26)

AI-gegenereerde afbeelding
AI-gegenereerde afbeelding

Al bijna twintig jaar op rij worden in Nederland iedere dag ruim honderdvijftig regionale dagbladen minder verkocht. Van een oplage van 2,7 miljoen in 1990 naar zo’n 1,7 miljoen in 2009, naar 1,6 miljoen nu. Dat is ruim een miljoen eraf in tweeëntwintig jaar, gemiddeld duizend per week, 166 per dag. Een van de gevolgen daarvan was dat steeds meer kranten op een oplageniveau kwamen dat het niet langer rendabel was die nog langer uit te geven. En zo halveerde het aantal regionale dagbladen in een kwart eeuw van pak ‘m beet 40 naar 19 vandaag.

Een ander dwingend gevolg van deze economische realiteit is de krimp van het verspreidingsgebied van de regionale krant. Uit een recent onderzoek naar de beschikbaarheid van nieuws in de regio blijkt dat in Nederland in vijf gemeenten al geen regionale dagblad meer verschijnt en in dertig gemeenten geen lokale omroep bestaat. Er zijn aanwijzingen dat het aantal steden en regio’s zonder regionaal dagblad in de toekomst zal toenemen; diverse uitgeverijen hebben krimp in de verspreidingsgebieden van hun gedrukte kranten aangekondigd.

Over de oorzaken van de terugloop is genoeg te zeggen. Zeker is dat de opkomst van online nieuwssites een rol spelen, en niet te vergeten economische tegenslag, conservatieve innovatiestrategieën, mismanagement, concurrentie op de euro’s die consumenten over hebben voor media, en zo nog wat punten van zorg. Maar de oorzaken van de dreigende ondergang van de regionale krant is niet waar het de komende 26 afleveringen van dit feuilleton al te vaak over zal gaan. Het onderwerp van het participerende onderzoek waarover ik het komend jaar op deze plek verslag wil doen is een minder zichtbaar, maar niet minder ingrijpend, effect: het feit dat over steeds meer gemeenten al niet of nauwelijks meer wordt geschreven, al horen ze nog wel tot het verspreidingsgebied van een krant.

Digitale oase

Het is tamelijk onbekend wat het betekent voor de politieke en bestuurlijke informatievoorziening voor burgers als in een regio geen krant meer verschijnt. En ook over de effecten op het democratische proces als over bepaalde gebieden niet meer wordt bericht, is weinig met zekerheid te zeggen. Om hierover toch wat meer praktische kennis op te doen is het in ieder geval van belang te weten hoe het nieuwsaanbod er uitziet in een regio zonder dagblad. Ontstaan er bijvoorbeeld nieuwe nieuwskanalen? En met welke ambitie en kwaliteit gaan die de lokale politiek volgen?

Onderzoeken naar de antwoorden op deze vragen hebben vaak als aanleiding de zorg van overheid en burgers dat de waakhondfunctie van de journalistiek – en dus de democratie – lijdt onder een teruglopend media-aanbod. In Hoe de krant verdween uit Aarlanderveen doe ik een jaar onderzoek naar de vraag of het Nederlandse regionale medialandschap gaat veranderen in een woestijn of een digitale oase. Te beginnen – en te eindigen – in de eeuwenoude Heerlijckheyt Aarlanderveen. Ooit het historische centrum van Alphen aan den Rijn en een gebied ver daarbuiten, totdat het begin twintigste eeuw met Oudshoorn en Alphen werd samengevoegd. Nu is het alleen nog een vergeten dorp in een polder. Hoewel, wie een huis koopt op de lage oever in Alphen aan den Rijn, en dat deed ik twee jaar geleden, ziet dat kadastraal de noordkant van de Oude Rijn nog altijd de naam Aarlanderveen draagt. Oftewel: ik ben een Aarlanderveener.

Wat niet weet…

Waarom Aarlanderveen? Allereerst omdat ik zelf woon in dit historisch stukje Nederland, en omdat het lekker rijmt. Maar ook omdat het gebied (oud en nieuw) nog zeker hoort tot het verspreidingsgebied van de regionale kranten het Leidsch Dagblad en het Algemeen Dagblad – regio Alphen, voorheen Rijn en Gouwe – maar er over het dorp niet of nauwelijks meer wordt bericht, zo blijkt na een beperkte steekproef van de ‘Universiteit van Aarlanderveen’. Een vierde reden is dat Aarlanderveen in het feuilleton vooral dient als voorbeeld van al die andere dorpen in Nederland waar niet of nauwelijks meer over de lokale politiek of bestuur wordt geschreven.

Aarlanderveen is onderdeel van een gemeente met volgend jaar ruim 100.000 inwoners. Een doorsnee gemeente met twee betaalde lokale kranten, waar een lokale omroep bestaat, enkele huis-aan-huisbladen en een aantal (hyperlokale) nieuws-websites. Maar ook een gemeente zonder een effectief regionaal dagblad voor het hele gebied. Of dat de reden is dat dorpen als Aarlanderveen tot de oprukkende mediawoestijn moet worden gerekend ga ik uitzoeken.

Laat ik beginnen met de eerste vraag: waarom zou je eigenlijk over Aarlanderveen moeten berichten? Het heeft geen gemeentehuis, en hoeveel stemmers wonen er nou eigenlijk helemaal. Wat kan er in hemelsnaam voor interessants gebeuren in dit soort dorpen? Ik weet het niet, maar hoe zou ik dat kunnen weten als er niet over wordt bericht?

Wethouder weg

Neem het dorp Rijnwoude, nu nog een kleine, zij het zelfstandige gemeente in de buurt, straks opgeslokt door Alphen aan den Rijn. Daar is vlak voor Kerst nog een wethouder gedwongen opgestapt. De aanstichter was ondernemer en blogger van de website alphens.nl, Machiel van der Schoot. Die wist in een bericht dat begint met: ‘Er lijkt geen einde te komen aan de rij frauderende, rommelende en wanprestaties leverende bestuurders bij de overheid…’ over PvdA-wethouder Job Dresden te melden dat die te veel heeft verdiend naast een vut-uitkering.
Hoe dat verder ging leest u de volgende keer.

Over Journalismlab

Onderzoek in de context van de digitale wereld

Het lectoraat Kwaliteitsjournalistiek in Digitale Transitie (JournalismLab) doet aan de hand van diverse thema’s praktijkgericht onderzoek. Hierbij kijken we naar de wederkerigheid tussen drie journalistieke processen: productie, inhoud en effect.

Deel dit artikel:

Lees meer

Thema's

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Wil je op de hoogte blijven van Journalismlab en alle ontwikkelingen schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief.