Trump, nepnieuws, falende nieuwsmedia. Wie zijn of haar tijdlijn opent moet haast wel concluderen dat we journalistiek niet meer over kunnen laten aan mensen (of ligt dat aan mijn bubble?). Google denkt er blijkbaar hetzelfde over en maakte deze week bekend flink te investeren in een automatisch (lees robot) fact-check systeem. Google geeft de Britse fact-check organisatie FullFacts € 50.000 om dit programma te ontwikkelen.
Het automatische fact-check systeem moet ‘feiten’ uit nieuwsberichten kunnen checken, en laat de lezer weten wanneer een zogenaamd feit niet blijkt te kloppen. Daarnaast maakt FullFacts het mogelijk om snel feiten te herkennen in een tekst door ze te laten oplichten bij een mouse-over. Tot zover de beloofde functionaliteiten van de dienst.
Waarom is fact-checking nodig?
De afgelopen weken lijkt de journalistiek niets goed meer te kunnen doen, ze wordt zelfs verantwoordelijk gehouden voor de verkiezing van Trump als president van de Verenigde Staten. Ook kan je in Macedonië veel geld verdienen met nepnieuws, en heeft nepnieuws tijdens de verkiezingen een beter bereik op Facebook van ‘echt’ nieuws. Hoewel in deze berichtgeving natuurlijk sterk sprake is van ‘de waan van de dag’ (om het op zijn Rob Wijnberg’s te zeggen), moeten we constateren dat onze journalistiek, en bij extensie onze samenleving, een ernstig probleem heeft. Waarheid bestaat namelijk niet meer (dit speelt al zeker sinds 1991 toen Baudrillard verkondigde dat de Golfoorlog helemaal niet heeft plaatsgevonden).
Rob Wijnberg kan het beter uitleggen dan ik. In dit artikel op De Correspondent legt hij uit hoe het nieuws ons een verkeerd beeld van de wereld geeft (en waarom het voor racisten lucratief is om veel in beeld te zijn). Wijnberg constateert dat de echte problemen van deze wereld (zoals klimaatverandering, en de groeiende kloof tussen arm en rijk) veel minder aandacht krijgen dan vermeende problemen (zoals frauderende uitkeringstrekkers en treitervloggers). De oplossing? Geen nieuws meer volgen tot aan de verkiezingen in maart.
In juli verscheen op The Guardian deze long-read van Kathrine Viner. Zij beargumenteert dat de waarheid er niet meer toe doet (en ze vindt dat geen goede ontwikkeling). Viner laat zien hoe onze communicatietechnologie bijdraagt aan de waardevermindering van De Waarheid.
Of course, journalists have got things wrong in the past – either by mistake or prejudice or sometimes by intent. (Freddie Starr probably didn’t eat a hamster.) So it would be a mistake to think this is a new phenomenon of the digital age. But what is new and significant is that today, rumours and lies are read just as widely as copper-bottomed facts – and often more widely, because they are wilder than reality and more exciting to share. The cynicism of this approach was expressed most nakedly by Neetzan Zimmerman, formerly employed by Gawker as a specialist in high-traffic viral stories. “Nowadays it’s not important if a story’s real,” he said in 2014. “The only thing that really matters is whether people click on it.” Facts, he suggested, are over; they are a relic from the age of the printing press, when readers had no choice. He continued: “If a person is not sharing a news story, it is, at its core, not news.”
Helpt het?
Het controleren van feiten, en de onuitgesproken belofte de waarheid te verkondigen, is een van de kernactiviteiten van de journalistiek. Meer aandacht voor fact-checking draagt bij aan de betrouwbaarheid van nieuws en nieuwsmedia. Maar het lijkt slechts een druppel op een hete plaat in een wereld waarin de meeste mensen feiten niet meer zo relevant vinden. De postmoderne mens verkondigt namelijk zijn eigen waarheid (vroeger heette dit een mening). Dat die waarheid niet altijd strookt met de wetenschappelijke waarheid (ook niet waterdicht, maar in ieder geval gebaseerd op onderzoek) doet er niet meer toe.