Het lectoraat journalistiek heeft samen met het lectoraat Human Experience & Media Design een onderzoeksaanvraag ingediend om te onderzoeken welke nieuwe journalistieke verhaalvormen inspelen op de nieuwsbehoefte in lokale gemeenschappen.
Thema’s als participatie, sociale binding, gedeelde identiteit en ‘thuis-zijn’ spelen een centrale rol in het huidig maatschappelijk debat. De corona-crisis heeft dit weer eens duidelijk gemaakt: ‘we’ moeten het zelf én samen doen.
De lokale en regionale journalistiek heeft bij uitstek de rol om de binding in de samenleving te creëren en versterken: om bij te dragen aan gemeenschapsvorming. Maar de journalistiek in de regio zit in zwaar weer. De digitale transitie heeft geleid tot radicale veranderingen. Moderne (online) communicatie gaat voorbij aan geografische grenzen. Het bereik van lokale media loopt nog sneller terug dan in afgelopen decennia al het geval is geweest. Door teruglopende inkomsten krimpen redacties. Het komt de kwaliteit niet ten goede.
Oplossingen voor de huidige misère in de lokale en regionale media worden veelal gezocht bij (financiële) middelen. Zo heeft een aantal gemeenten in afgelopen jaren mediafondsen opgericht terwijl minister Slob in april 2020 eenmalig 11 miljoen euro uittrok om lokale en regionale redacties door de Corona-crisis te sluizen. Maar met financiële steun krijg je het publiek niet terug. Er is meer nodig.
Relatie journalistiek-publiek versterken
In afgelopen jaren hebben lokale media steeds weer geprobeerd om, met name via online mogelijkheden, het contact met het publiek te versterken. Zo lieten zij lezers reageren op artikelen, onderwerpen aandragen en online redactievergaderingen bijwonen. Het idee achter dit soort activiteiten is dat (digitale) interactie het publiek nauwer bij de journalistiek betrekt en aldus de binding met de gemeenschap versterkt. Vele initiatieven in deze richting sneuvelden of leverden niet het gewenste resultaat. Een van de verklaringen hiervoor, zo blijkt uit meerdere onderzoeken, is dat nieuwsgebruikers het gevoel hebben dat de interactie niet wederkerig is of onvoldoende aansluit op hun nieuwsbehoeften. Vandaar dat burgers zelf informatie vergaren over hun gemeenschap en, bijv. via online buurtpagina’s, zelf met elkaar in gesprek gaan. Dergelijke initiatieven dwingen de journalistiek op zoek te gaan naar nieuwe mogelijkheden om haar verbindende rol binnen een gemeenschap te vervullen. Op zoek te gaan naar verhaalvormen die de betrokkenheid van de gebruiker kunnen versterken.
Er is echter nog onvoldoende bekend hoe dergelijke verhaalvormen er in dit digitale tijdperk uit kunnen zien en welke van die verhaalvormen voor participatie en betrokkenheid het meest geëigend zijn. De zogenoemde ontwerppraktijk is wat dat betreft veel verder.
Onderzoek naar lokale nieuwsbehoeften
In dit onderzoek verkennen we hoe de journalistiek weer een centrale en verbindende rol kan spelen binnen lokale gemeenschappen. Daartoe onderzoeken we om te beginnen hoe mensen op dit moment verbonden zijn met hun directe omgeving en welke rol de journalistiek in deze verbondenheid speelt. Vervolgens analyseren we via diverse onderzoeksmethoden waar op lokaal niveau de nieuwsbehoefte ligt. Een en ander levert input aan het onderzoeksteam dat tot nieuwe werkwijzen wil komen.
Samenwerking ontwerpers en journalisten
Vervolgens gaan journalisten en ontwerpers gezamenlijk via een ontwerpgericht onderzoek op zoek naar journalistieke verhaalvormen die de betrokkenheid van en met het publiek kunnen versterken. Aan dit streven ligt de constatering ten grondslag dat een ontwerper zich veelal op de gebruiker richt terwijl een journalist zijn verhaal gewoonlijk vanuit een veronderstelde maatschappelijke noodzaak en dus vanuit zichzelf, de producent, vertelt. De gedachte is dat deze twee elkaar bij het ontwikkelen van lokaal-journalistieke verhalen kunnen aanvullen. In dit project zullen de volgende journalistieke organisaties meewerken: RTV Oost, Omroep West, Dagblad van het Noorden, Vers Pers en Leids Mediafonds. Daarnaast zijn de volgende ontwerpbureaus betrokken: Bumbuku Creatives, Bureau Moeilijke Dingen, IJsfontein en Ranj.