Onderstaande blog is geschreven door oud kenniskringlid Els Diekerhof (@diekerhof)
Amina Abdallah Arraf al-Omari bestaat niet. De populaire lesbische Syrisch-Amerikaanse blogger die zo indringend schreef over haar wederwaardigheden in Damascus, was de valse identiteit van een 40-jarige Amerikaanse student uit Edinburgh, genaamd Tom MacMaster, zo bleek half juni. Tot dan toe werden de belevenissen van ‘Amina’ door veel internationale media gevolgd, vooral toen de protesten en onlusten in Syrië toenamen.
Sock-puppets
Op het Internet zijn er tal van mogelijkheden een andere identiteit aan te nemen of een bestaande identiteit te ‘kapen’. Internet pessimist Andrew Keen schrijft uitvoerig over die sock-puppets, over personen die zich op het Net valse identiteiten aanmeten. Daarbij gaat het dan niet alleen over reaguurders die zich tooien met namen als Bakito, VonZeikhoven of Pantzerfaust, terwijl ze vermoedelijk Henk de Vries, Hans de Beer en Paul Smit heten. Keen documenteerde onder andere de sock-puppet Mikekosh: de valse internetidentiteit van Michael Hiltzik, een journalist die nota bene de Pulitzerprijs won.
Gay girl in Damascus
Internationale journalisten die verslag doen van de Arabische lente in Syrië, waren aanvankelijk onder de indruk van ‘Amina’. Er was geen aanleiding om de geloofwaardigheid van de Gay-girl-in- Damascus – in twijfel te trekken; ze was duidelijk ter plekke want ‘Amina’ schreef gedetailleerd over Damascus. Niet verwonderlijk want Tom MacMaster studeerde Arabische studies en reisde meerdere malen naar Syrië.
De Syrische correspondente van de Guardian maakte op 6 mei een profiel over ’Amina’ met als kop ’A Gay Girl in Damascus becomes a heroine of the Syrian revolt’. CNN gaf ’Amina’ ruim baan om haar mening over de Arabische lente en de positie van gays te geven. Toen ‘ de nicht van Aminia’ op 6 juni op het blog meldde dat Amina was opgepakt en verdwenen, werd de ‘gay girl’ nog bekender bij de vooraanstaande media. Ook El Jazeera berichtte over haar ‘verdwijning’ en citeerde Amina’s ‘neef’.
Top-twitteraar
De ontmaskering van ’Amina’ begon met de ontdekking dat de portretfoto van Amina, die onder meer bij het profiel van haar in de Guardian geplaatst werd, van de Facebookpagina van een Londense vrouw afkomstig was. Jelena Lecis vertelde BBC’s Newsnight dat het haar portret was. Meer twijfels over de identiteit van ‘Amina’ doken op op de site van ElectronicIntifada. Maar vooral top-blogger Andy Carvin speelde een hoofdrol in de ontknoping van deze hoax. Carvin, ook een fervent en buitengewoon populaire twitteraar, vroeg zijn (inmiddels meer dan 50.000!) followers of iemand ooit Amina ontmoet had. Niemand bleek haar ooit in levende lijve gezien te hebben. Ook Sandra Bagaria niet, die honderden emails met ‘Amina’ uitwisselde en dacht een innige romantische relatie met haar te hebben. In Syrische holebi-kringen kende niemand haar persoonlijk. ‘Paula Brooks’ van het lesbische nieuwsblog LezGetReal in Washington, ontdekte dat ‘Amina’ emailde vanaf een IP-adres in Edinburgh en niet vanuit Syrië. Een oude Yahoo discussiegroep die ‘Amina’ runde, blijkt geregistreerd te zijn op een adres in Georgia, het huisadres van MacMaster en zijn vrouw.
Curieus is dat blogger ‘Paula Brooks’, die doorslaggevende informatie gaf over de herkomst van de emails van ‘Amina’, zelf ook een sock-puppet bleek te zijn. ‘Paula’ was de fake persona van een 58-jarige getrouwde voormalig luchtmacht piloot uit Ohio, genaamd Bill Graber. ‘It was a major sock-puppet hoax crash into a major sock-puppet hoax’ zei Bill tegen The Washington Post. Dat mannen van middelbare leeftijd zich op het Net graag voordoen als lesbiennes, geeft te denken. Maar dat is een ander verhaal.
Betrouwbaar of niet?
Katherine Marsh (pseudoniem voor de correspondente voor de Guardian in Damascus), interviewde ‘Amina’ via email. Marsh vroeg herhaaldelijk om een ontmoeting om zelf ‘Amina’s’ identiteit vast te stellen. Na lang aandringen kwam het tot een afspraak met ‘Amina’. De afspraak ging echter op het laatste moment niet door, omdat ‘Amina’ beweerde dat de geheime inlichtingendienst haar in de gaten hield. Toen ‘Amina’ in haar email aan Marsh details over haar schuilplaats meldde, was de correspondente overtuigd van haar betrouwbaarheid.
Ook Melissa Bell en Elisabeth Flock van The Washington Post , werden aanvankelijk misleid door geloofwaardige verklaringen. Dat ‘Amina’ haar mail via Schotland verstuurde, was niet merkwaardig, maar logisch. Ook andere kritische bloggers in het Midden Oosten gebruiken immers proxy Webadressen voor hun veiligheid en om blokkades te omzeilen. Maar Bell en Flock (en hun staff reseacher Jennifer Jenkins) willen het naadje van de kous weten – ‘real or not?’– , als blijkt dat de foto fake is en niemand ‘Amina’ ooit in het echt ontmoet heeft. Ze komen erachter dat de plaats waar ’Amina’ zegt opgegroeid te zijn niet bestaat , en dat haar zogenaamde Amerikaanse moeder ook onvindbaar is.
Hoax
MacMaster bekent uiteindelijk op zijn Gay-girl-in-Damascus-blog dat hij Amina is en dat hij haar belevenissen uit zijn duim zoog. Aan ondermeer de Guardian en The Washington Post legt hij uit dat hij het met de beste bedoeling deed: hij wilde aandacht voor de strijd in Syrië. In Syrië en in het holebi-circuit denken ze daar anders over uiteraard.
Ook Eyder Paralta van NPR’s Newsblog interviewde MacMaster na zijn ontmaskering. Maar niets is meer zeker. Daarom vroeg hij de man die hij interviewde om een kleinigheid te wijzigen op het lesbo-blog. En stelde vast: de MacMaster die hij interviewde is de man achter de Gay Girl in Damascus.
Scepsis ten aanzien van bloggers
In zijn Amsterdamse lezing over de valkuilen van de sociale media gebruikte Jay Rosen (van PressThink en New York University) ook het voorbeeld van de hoax van ‘Amina’. Volgens Rosen laten journalisten zich nog te vaak leiden door hun emoties wat betreft de sociale media. Ze zouden sceptischer moeten zijn waar het amateur-verslaggeving van bloggers betreft.
Maar zo simpel is de wereld van oude en nieuwe media al niet meer: zonder de research van diezelfde nieuwe sociale media, zouden de journalisten van ‘oude’ media veel later, of helemaal niet?, ontdekt hebben, dat ze met hun berichtgeving over een dappere lesbo in Damascus , met een onvervalste canard van doen hadden.