Je hebt missers en missers. Beschuldig ik mijn dochtertje ervan dat ze haar zwembandjes kwijtmaakte, terwijl ik ze in het zwembad liet liggen, kom ik weg met knuffels en een sorry. Als een Amerikaanse tv-presentator na de zege van Obama zegt: ‘Ik ben blij dat we die storm hadden vorige week’, is dat olie op het vuur van de Amerikaanse mediaoorlog.
Ook al zei hij er in een reactie op een verontwaardigde ‘Oooh’ uit het panel direct achteraan: ‘Nee, politiek, zou ik moeten zeggen’, het kwaad was geschied. Chris Matthews, de man van deze woorden, is de presentator van goed bekeken NBC-televisieshows als de Chris Matthews Show en Hardball with Chris Matthews. De hardcore politieke interviewer en opiniemaker staat niet bekend om zijn subtiele visies en met een verleden als persoonlijk medewerker van verschillende Democratische parlementariërs hoef je ook aan zijn politieke kleur niet te twijfelen. Hoewel, Matthews is een aards-conservatief en zegt zelf in 2000 op George W. te hebben gestemd.
Aal
Een typisch opportunistische Washington-veteraan dus – een politieke aal zoals we er zovelen kennen. Maar ook een doorgewinterde media-man die precies weet wat woorden kunnen aanrichten. Waar komt zo’n misser dan vandaan, vraag je je af? Allereerst ligt het verhaal zoals altijd genuanceerder. Wat Matthews wilde aangeven was dat Sandy aan Obama de gelegenheid gaf om zich een goed politicus te tonen. Lees de tekst van zijn hele verhaal. Verder waren het de zogenaamde closing words van een lange dag opgefokte televisie met een duizelingwekkende reeks polls, landkaarten en voorspellingen, in een poging de zendtijd te vullen tot aan het moment dat de President Ellect kon worden uitgeroepen. In die ronkende sfeer kies je makkelijker je woorden ongelukkig.
Hoe dan ook, het was olie op het vuur van die andere media: rechts, radicaal en Republikeins-gezind, simpel gezegd. Fox News en sites als RealClearPolitics.com wisten het verhaal terug te brengen tot: ‘Voor alle miljoenen slachtoffers van superstorm Sandy, Chris Matthews heeft een boodschap: Ik ben zo blij.’ Ook al was de strijd gisteren gestreden, de gepolariseerde media konden het niet laten elkaar nog even na te pesten. Ook de progressieve pers wist nog slachtoffers te vinden. Het tijdschrift The Atlantic citeerde gisteravond de drie grootste miskleunen bij het voorspellen van de einduitslag. Te beginnen met de Republikeinse havik Newt Gingrich, die voor Romney op basis van ‘jaren en jaren ervaring’ meer dan 300 kiesmannen voorzag. ‘I was wrong…’, gaf hij vandaag toe.
Televisiehoofd
Verkiezingen die worden uitgevochten in de media, maar vooral ook: door de media. Neem het statement waarmee Matthews zijn verhaal begon. Misschien nog wel sprekender voor dit fenomeen. Hij zegt: ‘Ik ben zo trots op het land. Dat het deze president herkoos…’. Waant een televisiehoofd zich hier even president? Is dit ‘gewoon’ een journalist die aan politiek doet? Of is het een geëngageerde duiding van het nieuws, waar we niet te zwaar aan moeten tillen? Het laat in ieder geval zien dat politiek en pers in dit land nauwelijks meer te onderscheiden zijn. Vrijwel alle grote media hebben een politieke kleur; hebben gekozen voor rechts of links en venten dat schaamteloos uit, in dienst van kijkcijfers of bezoekers. Daarnaast zijn er nog de honderden politiek-ideologische zenders en kanalen die juist staan voor hun eenzijdige berichtgeving. ‘s Lands wijs, ‘s lands eer, zolang de Amerikaan het overaanbod van media nog kan negeren, is er weinig aan de hand.
Bedelaars
Maar wat nou als de collateral damage van bijvoorbeeld Matthews bij MSNBC niet het resultaat is van een onschuldige wedstrijd tussen concurrerend media? Wat nou als dit een schimmenspel verhult van politieke en commerciële belangen die ver boven journalistieke onafhankelijkheid worden gesteld? En wat nou als blijkt dat je daarmee op de koop toe vele extra kijkers en bezoekers trekt? Zijn de wijze waarop de Amerikaanse verkiezingen worden verslagen dan een blik in de toekomst van het wereldwijde media-aanbod? Alles gebeurt toch tien jaar eerder in Amerika?
Overdreven, of een reëel risico? Beggars can’t be choosers, is een van die treffende Engelse gezegden. Ware woorden; mediabedrijven blijken kwetsbaar te zijn in een tijd waarin de betalende lezer massaal afhaakt en de betalende online bezoeker aarzelt. Als de media dan niet meer de waakhond zijn van de democratie, en wellicht ook niet de schoothond, worden ze dan misschien de bloedhonden van de macht?