Terwijl de journalistiek zich de afgelopen weken boog over de vraag of er wel of niet een mediakloof zou bestaan tussen de Randstad en de rest van Nederland, stuitte ik op een kloof die minstens zo relevant is. Niet zozeer een geografische, maar eentje tussen oude en nieuwe journalistiek.
Nieuwe journalistiek
Karel Smouter schreef op De Correspondent over de geografische kloof tussen Amsterdam en de provincie en toonde op basis van het ledenbestand van de NVJ aan dat zo’n beetje twee derde van de journalisten in de Randstad woont. Het was een genuanceerd verhaal; Smouter riep geen moord en brand over deze kloof en liet zich ook niet verleiden tot dramatische conclusies dat het zo niet langer kon met al die Randstedelijke journalisten. Er zijn – zo gaf hij aan – zeker ook verslaggevers die buiten de ring en buiten het Mediapark komen om verhalen te maken. Maar verslag doen ‘over’ is toch iets anders is dan verslag doen ‘uit’ en daarom eindigt Smouter zijn stuk met vijf oplossingen om de kloof toch enigszins te verkleinen. Geen rocket science, maar wel mooie ideeën (zoals het publiek zelf meet-ups laten organiseren bijvoorbeeld) waar redacties in Nederland best wel eens goed over na kunnen denken. Een constructief verhaal dus.
Oude journalistiek
In het mediaforum op NPO Radio 1 hoorden we dat Jan-Kees Emmer (voormalig adjunct-hoofdredacteur van De Telegraaf en tegenwoordig samen met Sjuul Paradijs eigenaar van Trusted Media) deze kloof totale onzin vond. Op verzoek van de redactie van Villamedia vatte hij zijn mening nog even samen in een opiniestuk. ‘Nederland is te klein voor een kloof,’ zo beargumenteert Emmer. Binnen twee uur ben je vanuit de Randstad overal en media komen bovendien met regelmaat op bezoek in de Provincie. Op dat punt waren Smouter en Emmer het nog wel eens. Hij vervolgt zijn verhaal vervolgens met met het weinig steekhoudende argument (N=1) dat er op de redactie van Trusted Media toch echt meerdere mensen werken die niet uit Amsterdam komen. En concludeert vervolgens: ‘de mediakloof is een frame, weer worden media weggezet als elitair, het is fake news en gevaarlijk om het zo te benoemen’. Hij eindigt zijn verhaal dan ook met een waarschuwing (aan het adres van de kloof-believers):
‘Het erkennen en meepraten van deze trend leidt tot afbrokkeling van het gezag van de klassieke media. En dat is slecht voor de samenhang in de samenleving.’
Smouter en Emmer hebben vermoedelijk allebei hetzelfde doel voor ogen: samenhang in de samenleving (verbinding is wellicht een beter woord?). Maar hun manier van benaderen en reageren is in mijn ogen een typisch voorbeeld van oude versus nieuwe journalistiek.
Constructief versus defensief
Waar Smouter (nieuwe journalistiek) de zogenoemde ‘kloof’ in eerste instantie onderbouwt met cijfers en daarbij zoveel mogelijk nuanceert en bovendien naar oplossingen zoekt, doet Emmer (oude journalistiek) precies het omgekeerde. Hij is defensief, slaat de cijfers van Smouter in de wind en verwijst naar de weinig representatieve statistieken van zijn eigen redactie van Trusted Media (dat met alle respect, ook nog eens geen journalistiek bedrijf is). Er wordt juist angst aangewakkerd door zelf te praten in termen als ‘fake news’ en ‘gevaarlijk’. Het afbrokkelen van het gezag van klassieke media, waar Emmer zorgwekkend over spreekt, heeft precies met deze aspecten te maken: onnodige tegenstelling creëren, geen ruimte voor nuance of luisteren naar de ander en niet ingaan op argumenten of statistieken. Ik noem dat in dit kader ‘oude journalistiek’.
Nieuwe journalistiek zien we gelukkig in veel verschillende vormen en varianten om ons heen. Journalistiek die transparant is, die tot stand komt met behulp van – of waar tenminste oog is voor – het publiek, waarover verantwoording wordt afgelegd. En waarbinnen bovendien ook (heel ouderwets eigenlijk) ruimte is voor duiding, verdieping en context. Ik noem een paar voorbeelden:
- De Monitor (KRO-NCRV), waar op transparante wijze journalistieke onderzoeksdossiers worden opgebouwd met behulp van het publiek.
- Tegenlicht (VPRO), die – zoals Smouter zelf ook voorstelt – meet-ups organiseren door het hele land voor het publiek.
- Redacties (bijvoorbeeld Trouw en De Correspondent) en opleidingen (Windesheim) die aan het experimenteren zijn met constructieve journalistiek.
- Follow the Money en de manier waarop zij bijvoorbeeld verantwoording aflegden over hun berichtgeving rondom voormalig VVD-voorzitter Keizer (met een offline bijeenkomst, terug te kijken in video en tevens te beluisteren als podcast).
- De rubriek ‘180 graden’ in de Volkskrant op zaterdag is wat mij betreft ook een mooi voorbeeld: hierin wordt gevraagd hoe iemand van mening is veranderd (door het luisteren naar anderen).
Identiteitscrisis
In plaats van nieuwe journalistiek, zou je in feite ook kunnen spreken van kwaliteitsjournalistiek. Omdat mediaorganisaties sinds de komst van het internet in eerste instantie wat angstig om zich heen zijn gaan slaan en een antwoord dachten te vinden in het (online) verspreiden van zo zoveel mogelijk (kort en andermans) nieuws en dan het liefst ook nog zo snel mogelijk, leken sommige redacties een beetje te vergeten waarvoor ze in het leven waren geroepen.
Ik sluit me dan ook graag aan bij de voorspellingen van Ward Wijndelts (hoofdredacteur Vrij Nederland) voor de journalistiek in 2018*: dat kwaliteitsjournalistiek weer prioriteit wordt. Dat redacties zich weer meer gaan onderscheiden met eigen, unieke verhalen. Dat journalisten niet kiezen voor de makkelijke weg waarbij de ene mening lukraak tegenover de andere (ongefundeerde) mening wordt gezet om daarmee vooral onnodige ophef en hypes te creëren. Quotje A tegenover quotje B en klaar zijn we. Oude journalistiek dus.
In het verlengde daarvan beschrijft Wijndelts terecht dat het een positieve trend is dat media zich weer juist gaan afvragen wie ze eigenlijk zijn en wat hun bestaansrecht is:
‘Ik zie het ook bij andere media, ze gaan allemaal hun identiteit weer meer omarmen. Het oude model van ‘we willen heel veel bereik hebben en daar betaalrelaties van maken’ is een kil soort benadering. Daar stapt men nu vanaf. We moeten ziel blazen in de mediamerken, zodat mensen zich er warm en prettig bij voelen.’
Kernwaarden
Deze hoopgevende woorden sluiten mooi aan bij het recente betoog van Katherine Viner, hoofdredacteur van The Guardian, waarin zij de missie van de journalistiek in tijden van de huidige crisis zeer scherp verwoordt:
‘We need to ensure our journalists will find and hear different stories, have different instincts, gain different insights, make different connections, give voice to the silenced, cover areas and topics that are neglected – in other words, make our journalism better.’
De manier waarop Viner de journalistieke professie vanuit historisch perspectief beschouwt en dit koppelt aan hedendaagse wereldproblematiek, biedt inspiratie voor iedere hoofdredacteur en journalist (neem – in de kerstvakantie? – zeker de tijd om deze longread te lezen!). Viner geeft aan waarom het juist nu van belang is dat een redactie zich positioneert (wat doe je en waarom?) en kenbaar maakt welke uitgangspunten je daarbij hanteert (hoe doe je dat?). Voor The Guardian zijn dat deze vijf kernwaarden:
We must “live the questions now”: constantly examining our assumptions, our biases, how the world is changing, what it means. To do this, we will follow five principles: we will develop ideas that help improve the world, not just critique it; we will collaborate with readers, and others, to have greater impact; we will diversify, to have richer reporting from a representative newsroom; we will be meaningful in all of our work; and, underpinning it all, we will report fairly on people as well as power and find things out.
Een oude krant dus, maar wel met eigentijdse waarden. Wat mij betreft ook nieuwe journalistiek. Niet defensief, maar kritisch en constructief naar je eigen professie en je producties durven kijken. Om mezelf dan ook meteen maar even de maat te nemen: laat ik niet langer spreken over een kloof tussen oude en nieuwe journalistiek, maar over een noodzakelijke overgang tussen oude en nieuwe journalistieke reflexen, die gelukkig reeds in gang is gezet.
*Kijk voor meer interessante voorspellingen over nieuwe journalistieke aangelegenheden zeker even op deze pagina van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek.
Dit is mijn laatste blog op Journalismlab.nl. De afgelopen jaren heb ik vanuit mijn rol als onderzoeker en adviseur vooral veel over journalistiek en innovatie gesproken en geschreven. In het nieuwe jaar verlaat ik het lectoraat Journalismlab en ga ik weer terug naar de praktijk. Voor BNNVARA en De Nieuws BV (NPO Radio 1) ga ik aan de slag met nieuwe journalistieke aangelegenheden: practice what you preach. En voel je vooral vrij om mij erop aan te spreken als je denkt dat dit niet het geval is (@klasketameling of info@klasketameling.nl).