JONGT TALENT: Iedere maandagavond een nieuw portret van een oud-student aan de School voor Journalistiek. Waar zijn deze journalisten beland? Waar valt nog een slag te slaan in hun vakgebied? En welke handvatten hebben zij meegekregen tijdens hun studie in Utrecht?
MICHIEL KALVERDA. Benieuwd naar het hele gesprek?
https://www.youtube.com/watch?v=8X-rzjC3zWc&feature=youtu.be
Hij volgde tijdens z
ijn studie aan de SvJ een heel ander pad en besloot zich te storten op zijn eigen jongerennieuwskanaal TMI, waar hij onder andere een Tegel mee won. Hij staat iedere avond voor de spiegel zijn pitch te oefenen, staat sinds zijn zesde al op het podium en weet net als een uitstekende politicus zijn verhaal vol overtuiging en zelfvertrouwen te vertellen. Deze week zocht ik de man achter TMI op, Michiel Kalverda, aan Daltonlaan 200, waar zich het kantoortje van het jongerennieuwskanaal bevindt.
DE SVJ GEEFT JE ENERGIE
Nadat je je HAVO haalde, ging je eerst naar de Media- en Entertainmentmanagement in Haarlem. Waarom eerst die stap?
‘Eerlijk antwoord? Ik vond het gebouw in Haarlem mooier. Stiekem was ik al verkocht aan de School voor Journalistiek, waar John Driedonks op de Open Dag vertelde dat ze met een club studenten naar Zuid-Afrika zouden gaan om daar het WK te verslaan. En dat pakte mij: het verhaal dat je niet om vijf uur klaar bent, maar dat je totdat de school sluit, met z’n allen een pizzaatje bestelt en door blijft buffelen om je producties af te maken. Toch maakte ik een ondoordachte keuze om naar de Media- en Entertainmentmanagement in Haarlem te gaan. Na een half jaar op die opleiding ben ik een jongen tegen het lijf gelopen die radioapparatuur had aangeschaft en op zijn zolderkamertje een radiostudio aan het bouwen was. Ik heb daar vervolgens anderhalf jaar gewerkt aan het radiostation: een enorm leerzame tijd. De momenten waarop ik buiten school om het radiostation runde, gaf mij zoveel energie, dat ik het niet erg vond dat ik die opleiding niet heb afgemaakt.’
Het gaf je zoveel energie, toch maakte je die opleiding niet af en ging je vervolgens naar de School voor Journalistiek.
‘Ik heb mijn eerste jaar in Haarlem niet gehaald met 45 punten. Op het randje niet gehaald. Ik besloot een tussenjaar te nemen, omdat ik heel veel potentie zag in het radiostation. Maar ik zat er een half jaar lang in mijn eentje en voelde me er daarom niet meer zo prettig bij. Ik heb gekozen terug te gaan naar Utrecht en de School voor Journalistiek te doen. Mensen interviewen, goed researchen, en items neerzetten: het is fantastisch om te doen! Eigenlijk werd ik uitgeloot, maar mocht alsnog door de derde lotingsronde beginnen. Toen ik binnenkwam bij Wilbert van der Heijden van het vak Tijdschrift, kwam ik met zo’n bek binnen. Ik zei zo gaan we het doen en zo gaan we het aanpakken. Niet stilzitten, maar doen. Heel veel doen.’
‘Op de School voor Journalistiek kwam ik al gelijk met zo’n bek binnen!’
Tot grote frustratie van je medestudenten en docenten: die grote mond?
‘Niet van docenten, wel van medestudenten ja. Maar je moet ook niet op je mondje gevallen zijn als journalist: je moet vragen durven te stelen en op mensen durven af te stappen.’
En dan kwam je docenten als John Driedonks en Daan Westerink tegen die jou inspireerden om naar die school te gaan. Hoe belangrijk zijn dat soort verhalen van die docenten dan?
‘Ik denk dat dat soort verhalen mensen kan inspireren en mensen kan motiveren. Types als Daan Westerink en John Driedonks zijn docenten die dat in zich hebben en die dat ook elke dag doen. Die docenten hebben mijn schooltijd zo ontzettend mooi gemaakt.’
Maar je hebt je papiertje van de School voor Journalistiek nog niet. Hoe kan dat dan?
‘Nou, na een half jaar SvJ zocht ik meer uitdagingen. Journalistiek is heel leuk, maar wat je er leerde, was echt de basis. Omdat ik meer verdieping wilde, ben ik bijvoorbeeld naar Polen gegaan om een reportage te maken, ik zette een excellentietraject op met Jan Westerink en zo kwam ik ook op het idee om TMI op te zetten. Dit is waarvoor ik er ben, dit is wat ik de rest van mijn leven wil doen!’
DE STAP NAAR TMI
In september 2014 schoot er iets in je hoofd. Op je LinkedIn staat overal dat 2014 september erg belangrijk voor je was. Wat bedacht je je op dat moment dan?
‘Ik zat op een gegeven moment met wat vrienden in de tuin te praten. We praatten heel veel, maar zeiden eigenlijk helemaal niks. Ik besloot anderhalf uur te gaan luisteren en gewoon mijn mond te houden. Hoe kan het nou dat mensen die net van de middelbare school afkomen, het niet hebben over Islamitische Staat of de Gazastrook, de chaos in Oekraïne of MH17?’
‘We praatten heel veel, maar zeiden eigenlijk helemaal niks.’
Maar denk je dat ze het daar over gaan hebben op een feestje met muziek op de achtergrond en een biertje in de hand?
‘Nee, zeker niet. Zeker niet. En dat was toen ook een perfect moment om het met elkaar over bullshit te hebben, maar op de één of andere manier dacht ik er toen over na: hoe komt dat? En dat komt omdat er ook helemaal niks is. Er is voor middelbare scholieren geen vaste prik waar zij hun informatie vandaan kunnen halen. De NOS probeert het wel, maar het lukt ze niet. RTL was het nog geen eens aan het proberen. Die pubers zijn moeilijk om te bereiken, maar ik ging de uitdaging aan. Ik besloot de minor Project van je Leven te doen van Joost de Bruin en TMI, Too Much Information, op te zetten.’
Je hebt het NOS Jeugdjournaal en het NOS Achtuurjournaal. En daartussen zit een gat. Je zegt dat daar nog helemaal niks voor is, klopt dat eigenlijk wel?
‘Je hebt SevenDays die dat gat probeert op te vullen.’
NOS op 3 heb je ook.
‘Ja, maar dat is echt wel 18+. NOS op 3 is niet voor jongeren en is te statisch. Het sluit niet aan bij de behoeften van jongeren.’
Waarom lukt het ze niet dan volgens jou?
‘Omdat ze jongeren totaal niet serieus nemen. Omdat ze niet de moeite willen nemen om daadwerkelijk een vriend te worden van die doelgroep. Vanuit de directie ziet de NOS bijvoorbeeld een gat, elk groot nieuwsbedrijf ziet dat, maar het moet binnen drie maanden werken, anders wordt de stekker eruit getrokken. Er is niemand die echt de moeite neemt om twee jaar iemands vriend te worden van iemand, waarin je ook echt kan instemmen op de behoeftes.’
‘Ze nemen de jongeren totaal niet serieus en nemen niet de moeite om een vriend van de doelgroep te worden.’
Maar moet je als nieuwsmedium zijnde ook daadwerkelijk een vriend zijn om het verhaal te vertellen?
‘Ja, ik denk dat het tijd is dat de media gaan evolueren, dat media een nieuwe stap gaat maken en niet alleen maar gaat zenden, maar ook daadwerkelijk kennis gaat maken met de kijker. Dat ze gaan onderzoeken hoe we de items die we nu maken, in een nieuw level kunnen brengen, een nieuw niveau waarbij de nieuwe generatie aan wordt gesproken wat er gaat gebeuren.’
Welke doelgroep gaat het dan over: pubers, jongeren. Welke leeftijd moet ik aan denken waar dat gat zit?
‘Toen we begonnen met TMI was het dertien tot zeventien, maar inmiddels zijn we ons specifieker gaan richten op HAVO/VWO 3 en 4, aangezien wij denken dat dat de juiste groep is voor ons. Dat is de schooltijd waar je tegenop kijkt, het moment waarop je belangrijke keuzes maakt: je maakt een keuze voor een profiel, je kijkt naar opleidingen, je gaat stemmen, je gaat op jezelf wonen, je gaat voor het eerst de grotemensenwereld in. Dat is het moment waarop het belangrijk is dat je de informatie die je de hele dag tegenkomt op je Smartphone in context kan plaatsen: wat is feit, wat is fictie en hoe is het ontstaan. De waarde van TMI is dat je er morgen op het schoolplein over kan praten met vrienden, waarvan je weet dat het klopt.’
Maar jullie hebben ook items met drugs en alcohol. Is dat iets waar dertien- en veertienjarige jongeren op zitten te wachten denk je?
‘Ik denk dat je er nooit te vroeg mee kan beginnen. Ik denk dat je een trend ziet waarbij de jongeren steeds braver worden. Dat is goed, er wordt goed geïnformeerd. Maar het is wel belangrijk om daarover te blijven informeren, zeker drugs is iets wat interessant is voor heel veel jonge mensen: je komt op een festival en krijgt een pilletje aangeboden… Dan is het goed om te weten wat het is en waar het vandaan komt. Het is heel belangrijk om dat soort onderwerpen aan te pakken.’
Als mensen naar internet gaan en ze tikken in pilletjesgebruik of iets dergelijks, dan kun je toch al zat informatie vinden? Op welke manier wil jij, en je hebt het gehad over de smartphone, kun jij die smartphonegeneratie bereiken dan?
‘Door heel goed met ze te praten: waar liggen de behoeften? Iedereen gebruikt Google, maar je weet dat Google ook advertenties gebruikt. Als je veel geld betaalt, kom je bovenaan te staan. Het zijn de partijen met het meeste geld waar je je informatie vandaan haalt. Maar als er een plek is waar je onafhankelijke journalistiek kunt vinden, goed gedegen onderzoek in een vorm die chill is om naar te kijken en die op een leuke manier wordt gepresenteerd, kun je op een luchtige manier de informatie laten zien.’
‘Er moet een plek zijn waar je onafhankelijke journalistiek kunt vinden, in een vorm die chill is om naar te kijken.’
NIEUWS TE NEGATIEF
Hoe neem jij nieuws tot je?
‘Vooral online. Maar als ik in de ochtend het nieuws aanzet op de televisie, begin ik vaak te schelden. Omdat ik vind dat ze niet de juiste onderwerpen aankaarten.’
Waarom? Je moet toch altijd keuzes maken in nieuws brengen en selecteren. Dat is wel een verwijd wat ze constant krijgen, dat ze niet het hele verhaal vertellen, maar je kunt in die 5 a 10 minuten toch niet alles laten zien?
‘Nee, maar ik vind dat de NOS te veel gefocust is op negatief nieuws. En als je kijkt hoe het er nu aan toe gaat in de wereld is het nog nooit zo goed gegaan: qua oorlogen, qua criminaliteit, qua werkloosheid. Maar als je het nieuws kijkt bij de NOS denk je dat de wereld vergaat. Nieuws bij de NOS is vaak alleen nog maar negatief. De definitie van nieuws moet opnieuw uitgevonden worden. Ik vind dat het niet alleen maar moet gaan om dingen die kut gaan: geweld en moorden, maar je moet het in context plaatsen.’
‘Het is nog nooit zo goed gegaan in de wereld en toch lijkt het door het nieuws alsof de wereld vergaat. De definitie van nieuws is te negatief.’
Maar dat doet de NOS toch: zij geven toch aan waar een aanslag is, waar een bommelding is. Dat is toch wat mensen bezighoudt, mensen praten erover. Als er een festival of evenement is wat elk jaar terugkomt, is dat geen nieuws meer.
‘Maar waarom zou je in godsnaam naar de Vierdaagse gaan en daar mensen vragen of ze bang zijn voor een aanslag? Dat slaat toch nergens op. De Vierdaagse vind ik een fantastisch event, maar het woord angst is nog nooit zo vaak voorgekomen tijdens talkshows, de journaals en de gesprekken in de media. In denk dat dat hetgeen is waarom populisme zoveel opkomt: waarom een Trump nog groter geworden is dan dat hij al was en waarom Wilders de Tweede Kamerverkiezingen gaat winnen.’
Maar het Journaal blijft stipt op één staan.
‘Nouja, dat zou zomaar kunnen.’
Het is zo Michiel.
‘Die kijkcijfers vind ik sowieso heel slecht. Dat is een rare schatting op basis van tweeduizend kastjes. Ik heb nu heel vaak de referentie gegeven aan de NOS, maar dat wil ik ook wel een beetje inperken. Ik wil een onderscheid maken tussen het brengen van nieuws en het bouwen van advertenties. De TMG, de Buzzfeed en alle grote commerciële partijen moeten een x aantal views halen op hun kanalen. Omdat de adverteerders hun producten daarop pluggen en daarvoor betalen, dat is het verdienmodel wat nog het meeste oplevert in de journalistiek. Als je die advertising er compleet uithaalt en de scheiding tussen een advertising artikel en een normaal artikel weer vergroot, dat duidelijkheid oplevert voor de nieuwsvolger.’
Dus informatie en nieuws wil je scheiden van advertenties. Is dat op basis van betrouwbaarheid, wat belangrijker schijnt te zijn dan ooit?
‘Ja, ik denk ook vanuit een stukje dat wij niet de arrogantie moeten hebben die de meeste journalistieke bedrijven nu hebben. Dat je aan de journalistiek geld verdient. Ik denk dat wij moeten inzien dat dat eventjes niet gaat gebeuren.’
‘Wij moeten inzien dat je aan de journalistiek eventjes geen geld verdient.’
Is dat arrogant om te denken: je wordt toch ook journalist omdat je er je geld mee wilt verdienen? Je wilt toch betaald krijgen voor je journalistieke stukken bijvoorbeeld.
‘Ja, goede kwaliteitsjournalistiek kost ook heel veel geld en dat moet het ook kosten. Dat moet een fundament zijn in een samenleving, maar op dit moment is er een hoop informatie. Als je het in je hebt om op een nieuwe manier die informatie te brengen door online mooie video’s, content en goede informatie te brengen, kan je de strijd in de journalistiek winnen.’
JOURNALIST, DE SALESMANAGER
Als journalist ben je ook wel een beetje een verkoper. Zet jou op een podium neer en je kunt urenlang achter elkaar verhalen vertellen. Hoe leer je dat?
‘Ik sta sinds ik zes ben al op een podium: ik ben geboren om op een podium te staan. Als er een feest was, was ik degene die het allemaal aan elkaar lulde. Toen ik zes was, deed ik dat al. Ik weet niet waar dat vandaan komt. Ik heb het afgelopen jaar denk ik een keer of veertig gepitcht. Het gaat heel raar klinken, maar ik sta elke avond een half uur voordat ik ga slapen een pitch te oefenen voor de spiegel. Hoe dronken ik ook ben, wat ik ook tot me genomen heb, ik sta elke avond voor de spiegel te oefenen. Op ieder moment, ook al kom ik om 3 uur ‘s nachts een investeerder tegen, ik moet mijn verhaal of pitch klaar hebben. Het kan namelijk net een klant zijn waarmee ik de rest van het jaar voorzien ben.’
‘Ik sta al sinds mijn zesde op een podium: ik ben geboren om op een podium te staan. Ook sta ik iedere avond een half uur voor de spiegel om te pitchen.’
Elke avond voor de spiegel, haren gekamd, baartje mooi glad geschoren.
‘Ohnee hoor, dat doe ik ook als mijn haar er niet uitziet.’
Op een podium stond je ook met TMI, waarmee je diverse prijzen hebt gewonnen: de publieksprijs, de Floor is Yours, de Tegel, een journalistieke start-up met het meeste toekomstperspectief. Wat betekent zo’n prijs nou echt: je krijgt een bepaald geldbedrag en wat betekent het concreet als je zoiets wint?
‘Het betekent dat je erkend wordt in wat je aan het doen bent. Je kan er van maken wat je wil: je kunt het gebruiken hoe je wilt, maar het belangrijkste is dat elke redactie in Nederland weet dat we bestaan. Zo’n Tegelprijs is fantastisch en we worden eindelijk serieus genomen, wat voorheen niet altijd was.’
Waarom werden jullie voorheen niet altijd serieus genomen?
‘We worden door de media wel serieus genomen: als ik het heb over investeerders en bedrijven die met ons willen samenwerken, worden we over het algemeen serieus genomen. Maar er zijn er ook een aantal die vierhonderd abonnees zien op ons YouTube-kanaal en die dan denken waar heb je het over? Met je kennis. Maar die zien dan niet dat wij al anderhalf jaar onderzoek doen en met meer dan vijfhonderd jongeren hebben samengewerkt. Het is het uiterlijk vertoon wat nog niet op het niveau is waar ik het wil hebben.’
‘Met TMI werd ik niet altijd serieus genomen. ‘
Te weinig views, te weinig vlogs en te weinig informatie?
‘Ja, ook. Maar het is soms ook lastig om dat te ontwikkelen met de mensen die je hebt: de ene keer loopt hij/zij in een heel druk blok stage en werken met freelancers. Dus dat is iedere tien weken weer afwachten wie op de redactie zit. Ik ben overigens blij met de mensen die we hebben, maar dat maakt het wel lastiger om heel consequent dingen online te zetten. Dat is nu ook het grootste probleem, maar ik denk dat dat vanzelf opgelost wordt.’
TOEKOMSTBLIK
Ben je er al uit hoe de nieuwsvoorziening eruit gaat zien?
‘Als ik eruit was geweest, hadden we wel 250 duizend volgers gehad. Ik wil ook niet pretenderen dat ik diegene ben die de oplossing heeft, ik weet wel dat ik een team van enthousiaste mensen heb die die oplossing willen gaan vinden. En dat we daar al anderhalf jaar onbetaald dingen voor doen. Het is een proces wat wij aangaan, een uitdaging, en ik vind dat elke media dat nu moet doen. Want op het moment dat wij dat uit het oog verliezen, die kwaliteitsjournalistiek uit het oog verliezen, hebben we straks een groot probleem. Je ziet het nu al in Amerika gebeuren.’
Wat kunnen we nog van TMI verwachten?
‘Qua journalistiek zullen we niet een hele grote transitie ondergaan, maar ik denk dat je het komende anderhalf jaar vol verbazing naar ons platform kunt gaan kijken. We gaan stappen maken in de journalistiek.’
Maar noem eens iets.
‘Ik kan daar niks over zeggen, omdat dat plannen zijn die nog niet doorgevoerd zijn. En dan word ik vastgebonden aan iets…’
Nee, je wordt er niet op vastgebonden, maar ik ben benieuwd wat er gaat gebeuren.
‘Wat ik heel graag wil over anderhalf jaar is dat de helft van alle jongeren in Nederland ons kent. Dat vind ik heel belangrijk. Ik wil heel graag met heel veel middelbare scholen samenwerken, ik wil de band met de School voor Journalistiek heel sterk houden. Dat is voor mij één van de fundamenten van dit bedrijf: een continue aanwas van jong talent.’
En dat bruist: de School voor Journalistiek?
‘Als je keek naar het vijftigjarig bestaan van de School voor Journalistiek en wat voor namen je op de reünie tegenkwam: dan zie je wat voor talenten daar in Utrecht voortgebracht worden. Ik geloof dat dat niet zal veranderen. Ik heb heel graag een groot deel van die talenten bij mij bij TMI. Hier kunnen ze zich ontwikkelen. Ik wil een systeem van continue aanwas van jong talent die dichtbij de doelgroep staat, die interesse heeft in media en zich daar gaat ontwikkelen. Dat kan overal.’
Fijn. Leuk Michiel. Bedankt. Een journalist is meer dan alleen het verhaal vertellen, maar ook de manier waarop en jij zegt daar moet TMI verandering in gaan brengen.
‘TMI gaat daar verandering in brengen.’