De New York Times journalisten Kantor en Twohey schreven een buitengewoon spannend boek over hoe zij uiteindelijk het verhaal over het seksuele machtsmisbruik van Hollywood magnaat Harvey Weinstein rond kregen. Ook als je al weet dat hun geduldige en slimme journalistieke aanpak gaat eindigen met een indrukwekkend Pulitzer prijswinnend verhaal, is She said een page-turner.
Op 5 oktober 2017 onthulden Jodi Kantor en Megan Twohey dat filmproducent Weinstein jarenlang vrouwen seksueel geïntimideerd en misbruikt had. Weinstein lokte tal van actrices en andere, vaak jonge, vrouwelijke medewerkers die voor hem werkten onder valse voorwendselen naar zijn hotelkamer. ‘He chased them around a couch’ heette dat in het bedrijfsjargon van Miramax. Met vrouwen die hem wilden aanklagen voor seksuele intimidatie of misbruik werd een regeling getroffen. Zulke overeenkomsten bevatten standaard een zwijgclausule.
Achter de schermen
She said biedt een bijzonder kijkje achter de schermen. Het werk van Kantor en Twohey is buitengewoon indrukwekkende onderzoeksjournalistiek. Niet voor niets wordt She said vergeleken met All the president’s men van Woodward en Bernstein. Het boek is geen handboek, maar laat en passant een heel scala aan verschillende onderzoeksmethodes zien. Om aan de aan de juiste, betrouwbare informatie te komen volgden Kantor en Twohey zowel de people trail als de paper trail. De combinatie van interviews met misbruikte vrouwen en andere betrokkenen en de zoektocht naar de belastende documenten, maakte dat ze uiteindelijk een ijzersterk verhaal hadden.
On the record?
Het bleek heel ingewikkeld om actrices te vinden die wilden praten over hoe ze seksueel misbruikt waren door hun werkgever. Kantor en Twohey beschrijven allerlei manieren waarop ze misbruikte vrouwen overhaalden hun verhaal te doen. Een goede openingszin is belangrijk (‘It can’t change what happened to you in the past, but together we may be able to use your experience to help protect other people’). Empathisch vermogen en geduld zijn minstens even belangrijke ingrediënten. Het allerlastigste was het om de misbruikte vrouwen on the record te laten praten. Tot enkele dagen voor de publicatie van hun ‘brekende’ verhaal over Weinstein hadden Kantor en Twohey alleen nog maar ‘a shocking pile of off-the-record hotel room stories’, maar nog geen enkele actrice die met naam en toenaam genoemd wilde worden. Dat kwam vooral omdat Weinstein met de meeste vrouwen een regeling had laten treffen met afkoopsom en zwijgplicht. Veel vrouwen moesten om die reden anoniem blijven. Kantor en Twohey beschrijven de akelige verhalen van de vrouwen zorgvuldig en invoelend. Ze tonen heel veel respect en bewondering voor de vrouwen die het uiteindelijk aandurfden hun verhaal on the record te brengen.
Voormalige accountant
‘De voormalige werknemer’ figureert vaak als belangrijke bron in onthullingsjournalistiek. Ook Kantor en Twohey kwamen zo iemand op het spoor: de voormalige accountant Reiter. Kantor had ’s avonds laat in een bar in Tribeca een reeks ontmoetingen met hem. Zijn feministische dochter had hem ervan overtuigd dat hij niet langer aan de kant kon blijven staan. Reiter werd een cruciale bron. Hij bevestigde de vele overeenkomsten met misbruikte vrouwen en liet expres een belangrijk belastend intern memo op tafel liggen toen hij naar de WC ging.
Zwijg overeenkomsten
Brant Houston noemt in zijn The Investigative Reporter’s Handbook de zogenoemde ‘Documents State of Mind’ een vereiste voor de professionele onderzoeksjournalist. Er valt immers altijd wel ergens een document te vinden over een kwestie, hoe geheim ook. In Nederland is de schaduwboekhouding van voormalig directeur Ad Bos van het bouwbedrijf Koop Tjuchem (die uiteindelijk leidde tot de parlementaire enquête over bouwfraude 2001) exemplarisch geworden voor het belang van documenten.
In het onderzoek naar Weinstein was het memo dat accountant Reiter expres liet slingeren zo’n belangrijke documentaire bron. Maar centraal in het verhaal van Kantor en Twohey staan de overeenkomsten met zwijgclausules. Van de misdragingen en intimidaties van Weinstein waren nauwelijks getuigen. Het was ‘she said, he said’: haar woord tegen het zijne. En ‘zij’ moest erover zwijgen. Maar die juridische documenten vormden tegelijkertijd óók het bewijs van talrijke cover-ups. Het spoor van juridische en financiële overeenkomsten bevestigde het machtsmisbruik.
Impact
Kantor en Twohey beschrijven in She said hun aanvankelijke aarzeling om zich met beroemde actrices bezig te houden. Ze hadden (anders dan Ronan Farrow, die ook onthullingen over Weinstein deed en daarover het boek Catch and Kill schreef) weinig affiniteit met de glamour van Hollywood. En was niet de belangrijkste taak van de journalistiek ‘to give voice to the voiceless’? Waren actrices wel echte slachtoffers?
Het bleek uiteindelijk juist de kracht van hun onthullingen. Dat zelfs beroemde Amerikaanse actrices seksueel geïntimideerd en misbruikt werden en zich het zwijgen lieten opleggen, liet zien dat mannelijk machtsmisbruik universeel is. Volgens Kantor en Twohey is Weinstein een personificatie van de manier waarop machtige mannen hun status misbruiken om vrouwen te onderdrukken en het zwijgen op te leggen. Hun ‘brekende’ verhaal over seksuele intimidatie van deze Weinstein droeg zo bij aan de wereldwijde #metoo beweging.
Jodi Kantor en Megan Twohey (2019), She said: Breaking the sexual harassment story that helped ignite a movement, London: Bloomsbury
Eerste hoofdstuk in het Nederlands, via Vrij Nederland, vind je hier.