Als je snel wilt weten wat verhalende journalistiek is, lees dan de laatste twee hoofdstukken van het pas verschenen Handboek verhalende journalistiek van Henk Blanken en Wim de Jong. Daarin vertellen Rik Kuiper en Henk Blanken in respectievelijk 69 en 76 voetnoten hoe zij een journalistiek verhaal hebben opgebouwd. Onderhoudend en leerzaam. Eén vraag blijft dan alleen nog onbeantwoord: voor welke onderwerpen leent zich de verhalende benadering?
Het verhaal van Kuiper Er zou toch niet iets zijn? dat oorspronkelijk in Volkskrant Magazine verscheen, gaat over een jonge vrouw die zich bekommert om een oude bovenbuurman op wiens begrafenis zij als enige verschijnt. In het tweede verhaal, ‘Carels hoofd’, beschrijft Henk Blanken een hersenoperatie bij een Parkinson patiënt.
In de voetnoten vertellen Kuiper en Blanken hoe ze spanning opbouwen, waarom ze voor een bepaald perspectief kiezen, hoe ze een dialoog construeren, een flash forward inzetten, zintuigen gebruiken, stijlmiddelen hanteren, en spelen met de tijd. Een fraaie samenvatting van het soort onderwerpen dat in de voorafgaande hoofdstukken van het handboek is behandeld aan de hand van voorbeelden en ervaringen van Nederlandse journalisten.
Nieuw?
Maar wat houdt verhalende journalistiek nu helemaal in? Waar kun je het voor gebruiken? Gaat het vooral om human interest verhalen zoals die laatste twee hoofdstukken uit het handboek? Is het iets anders dan het soort verhalen dat in de jaren zeventig en tachtig in de Haagse Post en Vrij Nederland verscheen, en later in het magazine M van NRC Handelsblad? Lijkt het op het soort journalistiek waar mensen als Geert Maak, Annejet van der Zijl en Frank Westerman zo goed in zijn? Of gaat het om een nieuwe opleving van het door Tom Wolfe gepromote new journalism?
Over dat alles, maar net een beetje anders. Ware verhalen waarbij gebruik wordt gemaakt van literaire middelen, zoals het schrijven in scenes, en het gebruik van dialogen en sprekende details, kennen we al een tijdje. Het net-iets-andere van de verhalende journalistiek ligt in de nadruk die wordt gelegd op de constructie van de plot. Verhalende journalistiek gaat volgens het handboek over journalistieke verhalen die zijn opgebouwd rond een hoofdpersoon die een conflict doormaakt dat op een of andere manier wordt opgelost (zie kader).
Beginredacteur
Verhalende journalistiek hoeft zich niet te beperken tot het soort human interest verhalen waar het handboek mee afsluit. Ook een reconstructie zoals die van de Faceboekrellen in Haren leent zich daarvoor.
Het handboek richt zich vooral op het gebruik van de verhalende aanpak in dag- en weekbladen en pleit voor het instellen van een beginredacteur die journalisten helpt om een journalistiek idee om te vormen tot een spannend verhaal.
“De beste verhalen zijn exemplarisch, doordat ze het lot tonen van een hele categorie mensen (…) of omdat ze een trend laten zien” staat in het handboek. Hoe je dàt voor elkaar krijgt, lijkt het onderwerp voor een vervolg op dit overigens unieke journalistieke handboek.