Trouw heeft alle kansen gekregen om ten onder gegaan. Maar eigenlijk is het omgekeerde gebeurd: vergeleken met vrijwel alle andere titels is de krant opmerkelijk stabiel, met af en toe zelfs een kleine winst. Nadat Het Parool in 2004 overging op tabloid, volgde Trouw een jaar later. Is dat het geheime wapen van de krant?
De voortekenen was niet gunstig. De krant heeft verreweg de oudste krantenlezers van Nederland. Tussen 1945 en 1960 daalde oplage van 300.000 naar 100.000 – en fusie in 1970 bracht de oplage terug naar 200.000 maar onmiddellijk daarop zette de daling opnieuw in. Een digitale strategie is er nauwelijks.
Maar de lezers zijn niet alleen ouder, ze zijn vooral trouwer (sic) dan andere lezers. De invloed van de tabloid lijkt gering te zijn.
Het jaar van de overstap (Trouw gaat in februari 2005 over) gaat de oplage weliswaar met 2% omhoog, maar dat komt vooral doordat er meer losse exemplaren worden verspreid. In 2006 worden strengere regels voor losse verkoop ingevoerd; dan daalt de oplage plots met 5%.
Een betere graadmeter zijn de vaste abonnees. Trouw verliest gemiddeld 1% per jaar (sinds 2000), en dat is aanzienlijk beter dan de collega’s.
Digitaal lijkt de krant in 2013 goed te scoren maar dat is maar schijn, in feite zijn hier de weekendabonnees (1800) meegeteld als digitale abonnees van de weekkrant (9000).
Actie-abo’s en deelabo’s doet de krant relatief weinig aan. Het zijn vooral de vaste abonnees die de krant op de been houden.