De boodschap was duidelijk: “Vertrouw nooit digitale amateursfoto’s”. Enkele jaren geleden interviewde ik redacteuren van omroepen en kranten over lezersbijdragen. Bij foto’s was men altijd extreem beducht voor fotoshop-artiesten en digitale knutselaars. Amateursfoto’s moesten altijd extra gecheckt worden.
Mijn achterdocht geldt nu alle foto’s. Ook niet-digitale van professionals. Maar mijn achterdocht geldt vooral diegenen die het checkwerk uitvoeren: ter redactie worden foto’s bijgesneden, van andere onderschriften voorzien of uit hun context gehaald.
Gie van den Berghe laat in “Kijken zonder zien” bij 15 historische foto’s zien hoe de betekenis veranderd kan worden door manipulatie, bijsnijden of door het onderschrift aan te passen. Slachtoffers worden daders, daders worden slachtoffers, Duitsers en Russen worden joden of andersom, horloges, asbakken en sigaretten worden weggepoetst, jodensterren toegevoegd, een uurtje zwemmen wordt een scène uit een concentratiekamp, een moordenaar wordt een beschermer, spontane momenten blijken zorgvuldig geregisseerd. Een voorproefje is te zien op: www.pelckmans.be/kijkenzonderzien
De foto’s van Van den Berghe zijn iconen, beginnend bij de slachtoffers van de Parijse Commune, via Robert Capa’s sneuvelende soldaat uit de Spaanse burgeroorlog tot de vluchtende kinderen uit de Vietnamoorlog. Meer dan de helft komt uit de Nazi-periode en de Tweede Wereldoorlog: het getto van Warschau, schedelmetingen, Hitler, kampen, moordpartijen in de Oekraïne en Wit-Rusland, de overwinning van de Amerikanen (Iwo Jama) en de Russen (Berlijn).
Van alle foto’s zijn meerdere versies te zien: origineel, gemanipuleerd en bijgesneden, andere foto’s uit dezelfde serie, foto’s van andere makers van dezelfde gebeurtenis. Na het lezen weet je het zeker: ook op foto’s staat nooit wat er staat.
Gie van den Berghe: “Kijken zonder zien; omgaan met historische foto’s”. Kalmthout: Uitgeverij Pelckmans.