‘Datavisualisatie als interface’ begrijpen

Eind maart gaat de nieuwe inschrijfronde van start voor onder andere de vijfde editie van onze minor Datavisualisatie & Infographics. Aanstaande donderdag staan we op de minormarkt van de Hogeschool Utrecht. Een goed moment om stil te staan bij uitdagingen die datavisualisaties voor maker en lezer betekenen en op welke manier we hier juist gebruik van maken om studenten – en hopelijk ook het grotere publiek – ‘datawijs’ te maken.

Op 17 december 2011 verscheen Simon Scarrs infographic “Iraq’s bloody toll” – een visueel verhaal in meerdere datavisualisaties – in de South China Morning Post (zie bovenstaande afbeelding aan de linker kant). De simpele maar effectieve grafische keuzes, namelijk het gebruik van een rood gekleurde staafdiagram, die op z’n kop staat en het dodental per jaar in beeld brengt, correspondeert met het boodschap van het verhaal uitgedrukt in de titel. De combinatie van beeld en tekst pogen belangstelling te creëren voor het enorme aantal (onnodige) slachtoffers dat gevallen is en te betreuren was gedurende de negen jaar die de oorlog in Irak heeft geduurd.

Hoe belangrijk de rol van de keuzes van de maker van deze infographic geweest zijn, wordt duidelijk als we kijken naar een, tenminste op visueel vlak, slechts lichtelijk afwijkende versie van deze infographic (zie bovenstaande afbeelding aan de rechter kant). Deze versie is gepubliceerd op 28 juni 2016 door Andy Cotgreave, die werkzaam is bij het bedrijf achter visual analytics softwaretool Tableau. Cotgreave paste de titel aan naar “Iraq: Deaths on the Decline”, veranderde de hoofdkleur van rood naar blauw en draaide de infographic om 180° zodat het staafdiagram nu in (de Westerse) leesrichting te bekijken is en de afname van het dodental door de jaren heen in beeld brengt. Hij deed dit om precies op deze retorische keuzes en het belang hiervan in het vertellen van een visueel verhaal te wijzen. Het punt dat ik hier wil maken is, dat geen van de twee opties beter of correcter is, maar dat het belangrijk is om zich bewust te zijn en de lezer bewust (te kunnen) maken van deze gemaakte keuzes bij het vervaardigen van datavisualisaties.

Netwerkvisualisatie als data-interface

Samen met een collega van de Utrecht Data School (Universiteit Utrecht), Maranke Wieringa, ben ik bezig met een experiment: we trachten datavisualisaties te begrijpen als ‘interfaces’. Dit doen we aan de ene kant om aandacht te vragen voor alle retorische keuzes die gemaakt zijn om data in een toegankelijke, concrete vorm te gieten. Aan de andere kant willen we de kijker bewust te maken van de rol die de operationalisering van deze keuzes speelt in onze hedendaagse complexe visualisatievormen en de softwaretools die deze mogelijk maken. Een sprekend voorbeeld hiervan zijn netwerkvisualisaties, vaak gebruikt in het onderzoek naar (online) sociale netwerken op basis van data van bijvoorbeeld sociale mediaplatformen (zie ook onze talk bij het Utrechtse Impakt Festival eind oktober 2016).

Netwerkvisualisatiesoftware Gephi (Bastian et al., 2009) is een van de tools die Maranke en ik in ons onderzoek veelal gebruiken om onder andere de Nederlandse Twittersfeer in kaart te brengen (zie ook de korte conference paper: Van Geenen et al., 2016). Deze software werkt vanuit een hoop assumpties onder andere op het niveau van de graphical user interface, waarmee de ‘lezer’ van dergelijke visualisaties bekend moet zijn om hen te kunnen begrijpen. Hieronder vallen bijvoorbeeld het gebruik van nodes, of knooppunten, om actoren zoals Twitter-accounts in beeld te brengen, verbonden door lijnen, ook edges genoemd, die in een dergelijk geval communicatiepraktijken zoals het gebruik van @replies of retweets kunnen voorstellen. Nog belangrijker, de positionering van nodes zoals de afstand ertussen is gebaseerd op een specifieke ‘sociale hiërarchie’: Hoe meer verbindingen een node heeft, hoe centraler verschijnt die in de netwerksimulatie. Ik gebruik hier bewust het woord ‘simulatie’ om duidelijk te maken dat het hierbij om een geoperationaliseerd model gaat dat we toepassen om ‘in contact te komen’ met (to interface with) de sociale mediadata. Verder stoten nodes elkaar af, en zorgen edges voor aantrekkingskracht.

Gephi is een van de tools waarmee ik (journalistiek)studenten in het onderwijs laat kennismaken door er, onder mijn begeleiding en advies, mee te experimenteren. Ik gebruik deze tool naast Excel en Tableau juist omdat de software zo exemplarisch is voor de complexiteit van datavisualisatie en de noodzaak van een actieve en kritische houding die komen kijken bij het werken met en toepassen van data in de journalistiek. Bovendien zijn steeds meer data die verzameld en beschikbaar gesteld worden op de een of andere manier relationeel. Dus het publiek zal vaker geconfronteerd zijn met dit soort datavisualisaties. Mijn hoop is dat studenten ‘datawijs’ maken een eerste stap is in het bevorderen van datawijsheid bij het grotere publiek.

De minor Datavisualisatie & Infographics

In deze context is een van de grote bijdrages die JLab als kenniskring in de laatste jaren aan het onderwijs van de School voor Journalistiek heeft geleverd, de ontwikkeling van de minor Datavisualisatie & Infographics. In september 2014 ging de eerste lichting van deze minor van start en in september van dit jaar mogen we de vijfde editie in. Studenten krijgen in de eerste zes weken een divers programma om hen te voorzien van de nodige achtergrondkennis en te trainen in praktische vaardigheden. Ze volgen lessen in datavisualisatie, storytelling, ontwerp en techniek die komt kijken bij het gebruik van designsoftware zoals de Adobe-pakketten. Dit lesprogramma stoomt ze klaar om in het tweede gedeelte van de minor in groepsprojecten aan de slag te gaan voor opdrachtgevers uit het werkveld.

In de laatste editie (september 2017-januari 2018) hebben we mogen samenwerken met mediaorganisaties zoals KRO-NCRV en NRC, overheidsinstellingen zoals RIVM en RVO, de Nederlandse Rekenkamer en het Mulier Instituut. Studenten hebben onder meer gewerkt aan het in beeld brengen van (professionele) achtergronden en portefeuilles van Nederlandse politici, de voor- en nadelen van een snelheid van 130 tegenover 120 op de Nederlandse snelwegen, het uitlichten van relevante indicatoren voor de gezondheid en levensverwachting van Europeanen en, zoals de groep van studenten het zelf heeft gedoopt, een “audiobeleving” over de ‘verborgen carrières’ van topsporters. Deze resultaten zullen in de loop van de komende maanden gepubliceerd worden door onze partnerorganisaties – blijf op de hoogte via onze (sociale) mediakanalen!

Wie geïnteresseerd is in een van de gepubliceerde verhalen uit deze minor: In januari 2017 leverde een van de studententeams een infographic op voor KRO-NCRV die de uitslagen van het Nederlandse Ukraine-referendum naast gemeentelijke demografische gegevens legde. De infographic is een resultaat van experimenten met de data die het uiteindelijke verhaal opleverden, in een sprekende combinatie van beeld en tekst. Uiteindelijk is dit product op Brandpunt+ geplaatst.

Ben je derde- of vierdejaars journalistiekstudent, studeer je CMD/DMC of volg je een andere relevante opleiding, en ben je geïnteresseerd in onze minor? De volgende inschrijfronde voor de minor Datavisualisatie & Infographics gaat binnenkort van start. Kom graag een kijkje nemen bij de minormarkt, aanstaande donderdag: 15 maart 2018, van 13:30-16:00 uur in Sportcentrum Olympos, Uppsalalaan 3, 3584 CT Utrecht. Onze stand staat in de zogenaamde “gele hal”, nummer 44. Tot donderdag!

 

 

 

MEER OVER

Over Journalismlab

Onderzoek in de context van de digitale wereld

Het lectoraat Kwaliteitsjournalistiek in Digitale Transitie (JournalismLab) doet aan de hand van diverse thema’s praktijkgericht onderzoek. Hierbij kijken we naar de wederkerigheid tussen drie journalistieke processen: productie, inhoud en effect.

Deel dit artikel:

Lees meer

Thema's

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Wil je op de hoogte blijven van Journalismlab en alle ontwikkelingen schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief.