Vandaag en morgen presenteren onderzoekers van het HU-lectoraat Crossmediale Kwaliteitsjournalistiek diverse onderzoeken op het Etmaal van de Communicatiewetenschap, in Wageningen. Op maandag 3 februari presenteert Sanne Hille een poster over crowdsourcing in de journalistiek.
Van crowdsourcing wordt in de Nederlandse journalistiek nog niet vaak gebruik gemaakt. Er zijn uiteraard wel voorbeelden te noemen uit binnen –en buitenland. Zo wordt de bonnetjesaffaire van The Guardian vaak opgevoerd als succesverhaal van crowdsourcing. In 2009 liet The Guardian 20.000 lezers 456.000 op hun website documenten napluizen. De crowd moest de documenten napluizen op ongewone declaraties van de members of parliament. Dit napluiswerk, waar de redactie van The Guardian zelf nooit de tijd en mankracht voor had gehad, bezorgde The Guardian interessante informatie over exorbitante bedragen die de Britse parlementsleden declareerden bij het rijk.
Er zijn ook Nederlandse voorbeelden van crowdsourcing te noemen. Zoals bij NCRV’s Altijd Wat Monitor en het netwerk van de NOS, NOS Net. Om te achterhalen wat nu wel en niet werkt bij crowdsourcing in de journalistiek is er onderzoek gedaan naar de manier waarop zij crowdsourcing inzetten en wat het oplevert.
De resultaten van het onderzoek wijzen op een sterke overeenkomst in de visie op crowdsourcing tussen Altijd Wat en NOS Net en die is dat is de visie dat de crowd van bepaalde zaken meer af weet dan één journalist en daarom in het journalistieke productieproces betrokken moet worden. Op die manier wordt het uiteindelijke journalistieke product rijker en completer dan zonder de hulp van de crowd. Crowdsourcing blijkt echter wel een tijdrovende en kostbare vorm van publieksparticipatie te zijn. Het ontwikkelen van een deskundige en actieve crowd is een bewerkelijk en kostbaar proces.
Het Etmaal van de Communicatiewetenschap is een jaarlijks congres over communicatie en journalistiek, georganiseerd door en voor Nederlandse en Vlaamse wetenschappers en studenten. Dit jaar is het congres in Wageningen.