Na Open het Dorp, Eén voor Afrika en Geven voor Leven nu Red de Journalistiek. Dat klinkt een beetje wanhopig. Als je gered moet worden ben je er slecht aan toe. Als je niet gered wordt ben je verloren. Op 4 december praten journalisten, uitgevers en onderzoekers in De Balie over een reddingsplan op initiatief van Marianne Zwagerman. Zij opperde dat het geld dat nu naar de Publieke Omroep gaat, beter naar commerciële mediabedrijven (uitgevers) kan gaan.
Maar gaat het wel zo slecht met de journalistiek? En waarom die nadruk op overheidsbeleid? En zijn uitgevers de beste hoeders van de journalistiek? En is het slopen van de publieke omroep de beste remedie?
Gaat het slecht?
Wie de journalistiek van nu vergelijkt met die van 25 jaar geleden – dus voor het internet – kan niet volhouden dat het nu allemaal minder is. Er zijn meer media, die media zijn beter toegankelijk en de inhoud is diverser. De problemen zijn nogal specifiek: de advertentie-inkomsten van printmedia lopen terug. Daar wordt bezuinigd en verdwijnen veel journalistieke arbeidsplaatsen. Een tweede ‘probleem’ is dat nieuwe generaties andere media gebruiken (online, mobiel, tv) waar ze in veel gevallen niet voor willen betalen. De advertentievlucht gaat pijlsnel, de generatie-verandering langzamer. Maar beide ontwikkelingen zijn structureel: geen overheidsbeleid dat voor ommekeer kan zorgen, hoogstens voor compensatie van de ergste klappen.
Overheidsbeleid
Waarom dan ook naar de overheid gekeken wordt als het om ingrepen gaat, is raadselachtig. Het is natuurlijk één van de opties maar zeker niet de enige. De optie om een paar honderd miljoen over te maken naar commerciële mediabedrijven – naast de €150 miljoen BTW-korting die kranten nu al krijgen – is overigens wel met afstand de simpelste. Maar of die voordelig uit zal pakken voor de journalistiek is de vraag. Wie garandeert dat mediabedrijven die euro’s voor journalistiek zullen gebruiken?
PCM sluisde de winst en het eigen vermogen door naar de aasgieren van APAX in Londen onder het bewind van Theo Bouwman. Jan Houwert verkocht Wegener en zag hoe de uitgever uitgehold werd door de Engelse eigenaren, en onder toeziend oog van Joop Munsterman vakkundig naar de rand van de financiële afgrond werd gebracht. NDC werd efficiënt naar de ondergang geleid door wonderboy Jan de Roos. Voormalig Telegraaf-topman Ad Swartjes ging speculeren met ProSieben-aandelen terwijl zijn opvolgers Hyves kochten. Bij NRC keerden de nieuwe eigenaren zichzelf €12.5 miljoen uit (2.5 maal de jaarwinst). Probleemloos hebben de Nederlandse “media-topmannen” honderden miljoenen onttrokken aan hun eigen bedrijven. Het verdien-model is helemaal niet kapot, het is gesloopt door de eigen mensen. En moeten er nu een paar honderd miljoen van de publieke omroep overgemaakt worden naar deze prutsers?
0-tarief
De overheid kan wel wat doen. Maar zorg ervoor dat dit dingen zijn waarvan je weet dat ze aan de journalistiek ten goede komen. Je zou het Btw-tarief op digitale producten naar 6% (of liever nog naar 0%) kunnen brengen, de overheid zou mediabedrijven die zonder winstoogmerk werken extra vriendelijk kunnen bejegenen, lokale en regionale media zouden een basis- of startsubsidie (of een vriendelijk belastingregime) kunnen krijgen waarmee de vaste kosten deels gedekt worden.
Maar niet alleen bestaande uitgevers zouden meer financiële armslag moeten krijgen, minstens zo belangrijk is dat nieuwe journalistieke initiatieven zich kunnen ontwikkelen. Eric Smit noemde op FTM al initiatieven als De Nieuwe Pers, De Post en de online Wijnberg-krant. Er zijn nu al veel van dit soort initiatieven, uit het onlangs gepubliceerde regio-onderzoek van het Stimuleringsfonds voor de Pers bleek dat er tientallen nieuwe lokale online media zijn. Daar ligt de toekomst – in ondernemende journalisten – en die toekomst moet gefaciliteerd worden, niet gesubsidieerd.
Van OCW naar EZ
Daar ligt niet alleen een taak voor het Stimuleringsfonds of voor OCW maar vooral voor EZ: innovatiegelden, vriendelijke belastingtarieven, starters-regelingen, vrijstellingen etc. De creatieve industrie is een innovatiespeerpunt, en dit soort nieuwe journalistieke initiatieven maakt daar deel vanuit.
Rest de vraag of het een goed idee is om de publieke omroep op te heffen. Als zo’n idee uit de Telegraaf-hoek komt, word ik achterdochtig. Bij die krant heerst sinds 1930 een pathologische haat tegen de publieke omroep. Niet vanwege journalistieke maar vanwege commerciële redenen. In 1930 was men woedend dat de AVRO (die de radiogids bij De Telegraaf liet drukken) niet de status van nationale omroep kreeg. In de jaren vijftig kreeg het consortium vanwaar De Telegraaf deel uitmaakte geen concessie voor commerciële omroep, en vanaf de jaren zestig beweert men daar dat de STER advertentiegelden van de krant inpikt. (En ze vinden de PO een links bolwerk natuurlijk.)
Reclamevrije omroep
Nu is er veel kritiek te leveren op de publieke omroep. Ze zijn log, duur en inefficiënt. En één net minder of een reclamevrije omroep lijkt me zeker een discussie waard. Maar het grootse deel van hun journalistieke bijdragen zullen nooit door commerciële kanalen worden uitgezonden. Het plan om die omroep te slopen en het geld te verdelen zou best eens voor de helft kunnen lukken: alleen de eerste helft dus.