Ook dat kan met documentaire: deel 3

HET NIEUWE MAKEN: DE TECHNOLOGIE IN MIXED-MEDIA DOCUMENTAIRES

Dit artikel werd oorspronkelijk gepubliceerd op www.smallstreammedia.nl.
Auteurs: Sander Hölsgens en Tamara Witschge

Op steeds meer filmfestivals zijn VR-installaties, AI-werk, interactieve documentaires en 3D-renders te zien. Wat zegt dit over de staat van documentairefilm? Waarom zetten documentairemakers in op deze technologieën? In dit artikel belichten we het werk van makers die gebruikmaken van nieuwe technologieën en zo een radicaal ander perspectief willen laten zien.

In Leviathan (2012) bevestigen antropologen Lucien Castaing-Taylor en Véréna Paravel GoPro’s aan de torso’s van vissers, tussen rondvliegende zeemeeuwen en te midden van vissersnetten. Het doel? Het creëren van een zintuiglijke ervaring die recht doet aan het tumultueuze leven op zee. Leviathan laat zien hoe belangrijk opname-apparatuur kan zijn voor de esthetiek, ethiek en algehele structuur van een documentaire.

Castaing-Taylor en Paravel beschouwen opname-apparatuur als een verlengstuk van hun eigen belevingswereld. Traditionele camera’s leveren voor hen een te beperkt en eenzijdig perspectief, waardoor ze in hun oeuvre een scala aan technologieën inzetten – van mobiele telefoons en handzame telescopen tot rijdende robotcamera’s.

Castaing-Taylor en Paravel zijn geen uitzondering: het gebruik van nieuwe technologieën is steeds populairder. Deze apparatuur vergt niet alleen nieuwe vaardigheden, maar verandert ook het soort producties dat het publiek te zien krijgt. Met welk doel zetten makers deze technologieën in? En in hoeverre komt deze ontwikkeling documentaireproducties ten goede?

Leidt virtual reality tot meer empathie?
In de zomer van 2020 draaide EYE Filmmuseum de VR-installatie Traveling While Black (2019) van Roger Ross Williams, die eveneens via The New York Times te bekijken is. In de film zit je – als kijker – aan een klein tafeltje in Ben’s Chili Bowl, een restaurant in Washington. Ben’s Chili Bowl stond in The Green Book, een gids die halverwege de twintigste eeuw in kaart bracht welke restaurants, hotels, benzinestations en ziekenhuizen veilig zouden zijn voor Afro-Amerikanen. In het VR-werk komen verhalen en visies aan bod over alledaags racisme, van Sandra Butler-Truesdale’s herinneringen aan institutionele segregatie tot Samira Rice’s aandenken aan haar zoon Tamir – die in 2014 werd doodgeschoten door politieagent Timothy Loehmann.

De antiracistische film is gericht op het oproepen van  empathie en solidariteit. Het gaat, net als in andere VR-werken als John Hulls’ Notes on Blindness (2016), Sarah Berkovich’ Being Henry (2016) en Gayatri Parameswarans Home After War (2018), om het creëren van een immersieve ervaring. Sterker nog, in een recent interview met NRC-journalist Dana Linssen vertelt filmmaker Roger Ross Williams dat VR-werk in staat is “dat jij als wit persoon kunt voelen hoe het is om een zwarte huid te hebben”.

Virtual reality is – in Ross Williams’ woorden – een “empathiemachine”. Achter deze term schuilt niet alleen een verregaand geloof in technologie als een tool om solidariteit en inlevingsvermogen op te roepen. Deze retoriek suggereert ook dat het mogelijk is om ook vanuit wit privilege te ervaren hoe alledaags racisme voelt. De subtitel van het interview, ‘zo voelt het om zwart te zijn in de VS’, duidt hier eveneens op.

Documentairemakers kunnen een technologie als VR wel degelijk kunnen inzetten om cruciale verhalen te vertellen en gemarginaliseerde mensen een podium te bieden in de strijd tegen structureel onrecht. Maar de strekking van het interview is problematisch. Want, zoals Neske Beks recentelijk in het OneWorld-artikel Welke stem heeft wit in de strijd tegen racisme? schrijft: “een wit persoon kan niet, nooit, vertellen wat het werkelijk betekent om van kleur te zijn en gediscrimineerd te worden op basis van ras”.

Het platform Moments of Innovation – een samenwerking tussen MIT Open Documentary Lab en IDFA Doclab – plaatst technologische innovaties als VR in een historische context. Wat is er nu voorafgegaan aan Traveling While Black? Of preciezer: hoe komt het dat er in het maatschappelijk debat rondom VR zo’n nadruk ligt op immersie? De onderzoekers achter Moments of Innovation geven aan dat dit debat veel gemeen heeft met Robert Barkers eeuwenoude beschrijving van het panorama: het doel is om kijkers te laten voelen “alsof ze daadwerkelijk op de desbetreffende plek zijn”. De daadwerkelijke technologie achter virtual reality mag dan wel een recente ontwikkeling zijn, het gedachtegoed erachter heeft een langere geschiedenis dan je misschien in eerste instantie zou denken.

Bevragen via technologie
Ook Tran T. Kim-Trang probeert het maatschappelijke debat over technologische ontwikkeling in een bredere context te begrijpen. Waarom juichen we de ene technologie zo toe en schuwen we andere? Wat zegt dat over een samenleving? En hoe kunnen documentairemakers nieuwe opname-apparatuur en mediavormen een nieuwe betekenis geven?  Dit soort vragen keren terug in de langlopende The Blindness Series (1992-2006). In acht korte video’s onderzoekt ze alles dat met zicht en representatie te maken heeft in de context van de Verenigde Staten – van stigma’s rondom dyslexie tot het witte schoonheidsideaal achter cosmetische ooglidchirurgie.

In Ocularis (1997), het vierde deel in de serie, gaat Tran in op de maatschappelijke rol van surveillance-camera’s. Wanneer wordt deze steeds slimmer worden technologie gebruikt om burgers te beschermen? En wanneer om hen in de gaten of zelfs onder bedwang te houden? Om een standpunt in te kunnen nemen, zet Tran precies de technologie in die ze bevraagt. Oftewel: Ocularis gebruikt de technologie en esthetiek van surveillance-opnames.

The Blindness Series komt voort uit de traditie van activistische, interculturele videokunst, met betaalbare videocamera’s, geëngageerde kunstcollectieven en underground distributiekanalen als infrastructuur.

Na het achttal video’s van The Blindness Series maakte Tran Landless in Second Life (2010), een project over naar immigratie dat het online rollenspel Second Life als uitgangspunt neemt.  Gedurende een jaar reflecteert ze in deze virtuele omgeving op de ontworteling die migratie met zich mee kan brengen. Wie beslist of je recht hebt op een nieuwe woonplek? Hoe word je geaccepteerd? Is acceptatie wel waar je naar wilt streven? Mag je ook kritiek uiten op je nieuwe leefomgeving? En wie heeft er zeggenschap over je geluk, je waarden, je taal, je familie? Tran drijft dit soort cruciale kwesties op de spits middels een overkoepelende vraag: Zijn er eigenlijk immigranten in een fantasiewereld als Second Life – een stuk software dat ontwikkeld is in San Francisco en draait om vrijheid van mobiliteit, gemeenschap en alter ego’s?

Door scherpe parallellen te trekken tussen virtuele gemeenschappen en de Amerikaanse migratiepolitiek, vraagt Tran aandacht voor begrippen als representatie, recht op het bezitten van land en culturele diversiteit. In tegenstelling tot veel andere geëngageerde documentaires komt hier niet eens een camera aan te pas; de opnames van de gebeurtenissen in het rollenspel vinden volledig virtueel plaats.

Landless in Second Life laat zien hoe een fabricatie aan virtuele, gemanipuleerde beelden zich op een kritische manier tot de werkelijkheid kunnen verhouden. In een wereld waarin gemeenschappen in diaspora en sociaal isolement alomtegenwoordig zijn, kunnen virtuele technologieën als online rollenspellen bestaande grenzen zichtbaar maken en meer rechtvaardige alternatieven aandragen. Maar ook hier is voorzichtigheid geboden, zo benadrukt feminist en postkoloniaal filmmaker Trinh T. Min-ha (2013, p.166): “In this age of Augmented Reality and of Remote Control, where relationships away from the computer are at stake, we may have to learn anew when to turn the machine on and when to turn it off”. Nieuwe technologie biedt mogelijkheden om te reflecteren op maatschappelijke vraagstukken. Tegelijkertijd is het cruciaal om technologische ontwikkelingen te blijven bevragen om te voorkomen dat we er verslingerd aan raken.

Deel 1 en 2 van deze artikel reeks lees je hier en hier.

Dit artikel werd geschreven in de aanloop naar de Summer School Mixed Media Storytelling in Palermo van Verspers. Voor meer interesse en om je aan te melden, klik hier. Het artikel is onderdeel van Documenting Complexity, een tweejarig onderzoeksproject over documentaire, technologie en activisme van de Rijksuniversiteit Groningen, Hogeschool Utrecht, Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid, MU Hybrid Art House, VersPers en WORM.

MEER OVER

Over Journalismlab

Onderzoek in de context van de digitale wereld

Het lectoraat Kwaliteitsjournalistiek in Digitale Transitie (JournalismLab) doet aan de hand van diverse thema’s praktijkgericht onderzoek. Hierbij kijken we naar de wederkerigheid tussen drie journalistieke processen: productie, inhoud en effect.

Deel dit artikel:

Lees meer

Thema's

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Wil je op de hoogte blijven van Journalismlab en alle ontwikkelingen schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief.