Zolang er geen vaccin gevonden wordt, hebben we alleen ons (gezond) verstand om COVID-19 te beheersen. Daarom om de dag een post met links en kanttekeningen over het raakvlak tussen virus en journalistiek. Aflevering 17, 15 april 2020
Aan het begin van dit blog schreven wel al een en ander over de infodemie die gepaard gaat aan de huidige epidemie. In feite is die infodemie zelfs het hoofdonderwerp van dit blog. Immers, over de ziekte zelf gaan de artsen. Over de maatregelen gaat de politiek – plus iedereen die in opdracht daarvan werkt. Over ons gedrag gaan wij zelf, plus eventueel psycho-, socio- en andere logen. Maar over de informatie over dit alles (en meer) gaan in de eerste plaats journalisten en communicatiemedewerkers.
Gaan of gingen?
Hiermee hebben we meteen al een van de grootste problemen van de moderne – democratische, gedigitaliseerde – samenleving en dus van dit coronadrama te pakken. Dit probleem is al lang niet meer nieuw, iedereen kent het langzamerhand wel, niettemin weten we nog niet goed hoe ermee om te gaan: de digitalisering maakt dat iedereen zich met alles bemoeit, dat talloze ontvangers ook zenders zijn, vele lezers (kijkers, luisteraars) ook schrijvers (kijkers, luisteraars), kortom dat tallozen doen wat tot voor enige tijd voorbehouden was aan een handjevol informatieverschaffers, lees journalisten en professionele communicators. Tegenwoordig zijn laatstgenoemden niet meer dan een paar draden in een onvoorstelbaar gecompliceerd en almaar uitdijend web.
Het barst van de sites waar ‘juiste informatie’ wordt gegeven. Maar als er zoveel onbekend is als in het geval van corona, dan is de enig juiste informatie die met vele slagen om de arm. Dat is echter niet wat mensen wil horen. Men wil feiten. Men wil oplossingen. En als die er niet of onvoldoende zijn, dan bedenkt men ze zelf of zoekt net zo lang tot er iemand gevonden is die ze wel geeft. Anders gezegd: in de vele lege ruimtes die de onzekerheid open laat, woekert het onkruid. Iedereen – en zeker artsen, politici, journalisten en communicators – weet dat het nog geruime tijd zal duren tot die onzekerheid ongedaan gemaakt kan worden zoals men ook weet dat zo’n onzekere toestand, letterlijk, levensgevaarlijk is. Deze wetenschap helpt weinig tot niets. Tallozen verkiezen leugens die voor waarheid doorgaan boven onzekerheid. Tal van politici, complotdenkers, opportunisten, paniekzaaiers, zakenlui en andere weerzinmannetjes en -vrouwtjes maken daar misbruik van.
Neem ‘de’ cijfers. Ik vermoed dat ‘iedereen’ wel een paar keer per dag naar de laatste statistieken kijkt en met lede ogen aanziet hoe de aantallen oplopen en oplopen. Ik zal niet zeggen dat de cijfers niets zeggen. Dat is onjuist. Maar ze zeggen veel en veel minder dan men denkt dat ze doen. Zo vertellen de cijfers ons dat de curve in Europa afvlakt. Ik geloof het graag – al is het alleen maar omdat ik het graag geloven wil. Het zal vast ook zo zijn. Maar betekent dit dat het de goede kant opgaat? Misschien, wat betreft vandaag, morgen en overmorgen. Maar wat er de dagen daarna gebeurt weten we niet. Het kan immers best zo zijn dat een toename van het sociaal contact het virus weer doet opleven. Eigenlijk mag en kan je dat niet zeggen. Het botst met ieders hoop. Het is een vervelende waarheid en vervelende waarheden willen we niet. Toch moet je het zeggen. Maar je weet, het gaat veelal het ene oor in en het andere uit. En dus?
De essentie van het probleem is eenvoudig – hoewel tweeledig: 1. we weten nog te weinig van corona, 2. we hebben geen vaccin. En als we de verhalen mogen geloven (mag dat?), dan duurt het nog wel een jaar tot voor beide problemen een oplossing gevonden is. Wat moeten we met dat jaar? Wat doen we in dat jaar? En is het inderdaad maar een jaar?
Ik ben bang dat kwaliteitsjournalisten en goede communicatoren geen andere keus blijft dan
- zo eerlijk mogelijk de beste informatie geven, ook al is die noodzakelijk onvolledig en met vele slagen om de arm
- nog belangrijker: de leugens tegenspreken.
Dit laatste zou in komende jaar wel eens de belangrijkste taak van journalistiek en communicatie kunnen zijn: niet zeggen wat gebeurt maar zeggen wat er niet gebeurt. Niet de waarheid vertellen maar de leugen ontmaskeren.
Ik geloof niet dat de taak van de journalistiek ooit zo geformuleerd is. In ieder geval niet als systematische opdracht. Maar het moet, nu wel. Zie alleen maar wat er in de VS gebeurt in het aanhoudend gevecht tussen een paar grote mediabedrijven en de president. Het gaat steeds om hetzelfde: leugens en ontmaskeren.
Een nederige, ondankbare maar o zo nuttige taak.