Hordes studenten communicatiewetenschap en massacommunicatie zullen zich door zijn McQuail’s Mass Communication Theory geworsteld hebben. Niet altijd met veel enthousiasme, maar toch: alles stond erin, en als je later nog eens iets moest opzoeken liet McQuail je nooit in de steek.
Deze week overleed auteur Denis McQuail op 82-jarige leeftijd. Hij was tussen 1977 en 1997 hoogleraar Communicatiewetenschap aan de Universiteit van Amsterdam.
McQuail schreef veel over media en journalistiek, hij zette dat onderwerp, zoals dat tegenwoordig zo treffend heet “op de kaart”. In 2013 verscheen nog “Journalism and Society.” Zijn boeken worden veelvuldig geciteerd in scripties, artikelen, boeken en proefschriften. Mass Communication Theory is de Bijbel voor communicatiewetenschappers.
Denis was niet alleen een erudiet en scherpzinnig wetenschapper, hij was ook een bijzonder vriendelijk mens, voorzien van een typische Britse onderkoelde humor (alhoewel hij één keer een asbak naar een medewerker zou hebben gegooid). Zijn manier van college geven was ‘conversational’ en associatief. Hij las geen teksten voor, hij ‘vertelde’ alsof hij het allemaal net bedacht had (onderaan een voorbeeld van zo’n college).
Voor studenten was college volgen bij McQuail overigens geen onverdeeld genoegen. Aan ondersteuning met sheets of powerpoint deed hij niet. En zijn losse manier van vertellen maakte dat je van het begin af aan scherp op moest letten, anders was je de draad zo kwijt (of je kreeg het idee dat McQuail zelf de draad kwijt was – wat overigens niet het geval was).
Die zware opgave werd nog zwaarder als McQuail in het Nederlands college gaf. Hij sprak grammaticaal vrijwel foutloos Nederlands maar het accent en intonatie waren onmiskenbaar Brits. Zijn nonchalante spreekstijl gevoegd bij het ontbreken van een al te duidelijke articulatie noopten de eerstejaars hem te vragen of hij toch maar niet in het Engels door wilde gaan. En dat deed hij.
Bij studenten was hij niettemin geliefd. Tijdens een verblijf in Japan waar hij colleges gaf verplaatste hij zich per fiets van zijn woonadres naar de universiteit. Bij zijn vertrek ontstond er een strijd onder de studenten om zijn fiets te bemachtigen. Het was kennelijk een grote eer om op “The bike of Professor McQuail” te mogen rijden.
Ik ben in 1998 bij hem en Jan van Cuilenburg gepromoveerd. In die periode bezocht ik samen met hem en enkele andere collega’s Moskou. Denis was niet erg geïnteresseerd in het Kremlin, “You’ve seen one church, you’ve seen them all.” Maar hij nam ons wel mee op een nachtelijke tocht dwars door het besneeuwde Moskou in plaats van de metro te nemen. Aan het eind streken we neer in een soort van café waar tot onze verbazing McQuail met de serveerster in vloeiend Russisch begon te kletsen.
Die kennis had hij opgedaan toen hij in tijdens de koude oorlog in dienst was bij de Britse overheid (Geheime Dienst? MI6?) waar hij Russische media moest volgen. Moskou had kennelijk geen geheimen meer voor hem.
De foto boven is een deel van de promotiecommissie na afloop van de verdediging van mijn proefschrift. Rechts Jan van Cuilenburg (overleden in 2016), daarnaast oud-Volkskrant-hoofdredacteur Harry Lockefeer, destijds hoogleraar in Groningen (overleden in 2007) en daarnaast McQuail. Links daarvan de hoogleraren Jan Kleinnijenhuis (VU) en Joan Hemels (UvA).
Hieronder McQuail in Oxford in 2015 over “Uses and Gratifications”.