Herien Wensink schreef het al in De Volkskrant: een onlinetheatervoorstelling bijwonen is niet hetzelfde als daadwerkelijk naar het theater gaan. Hetzelfde geldt voor debatavonden, congressen, concerten en exposities. En ook voor de Nationale Herdenking, met de kranslegging op de Dam, de herdenkingsbijeenkomsten, de concerten. In de anderhalvemetersamenleving, waarin geen groepen mensen bijeen mogen komen, vervangt een scherm onze fysieke aanwezigheid. Een echt goed alternatief is dat helaas niet.
Wat mist is de ervaring. Van het reserveren van je plaats voor Theater Na de Dam, het kiezen van een passende outfit, de reis ernaartoe, de zakdoekjes in je tas, de voorbespreking met je gezelschap. De warmte als je binnenkomt, de muffe geur van de garderobe, het snelle kopje koffie, het binnenstappen van de donkere zaal, je rol als ‘publiek’, de saamhorigheid met de anderen in de zaal, de meeslepende verhalen, het meeleven met de spelers, het gevoel deel uit te maken van de voorstelling, er ín te zitten, samen iets moois te beleven. De ontroering bij het applaus, het drankje na afloop, de rij bij de toiletten, het delen van de bewondering voor de spelers en het stuk, het idee deel te hebben uitgemaakt van iets unieks, iets dat alleen op dat moment, op die avond, in die samenstelling, zo was. En jij was daar.
Zo’n ervaring – nee, dat kan niet met alleen een scherm.
Betrokken
Tal van live-gebeurtenissen die gepland waren mét publiek, vinden nu noodgedwongen in lege zalen plaats, of zijn geannuleerd. Neem de VPRO Tegenlicht Meet Ups, juist bedoeld als aanvulling op het televisieprogramma ‘om samen verder te kijken en tot constructieve ideeën te komen, waar onze uitzendingen ophouden’. Het programma heeft zich snel weten aan te passen aan de huidige maatregelen, de Meet Ups zijn als live-streams te volgen, een aantal sprekers zit netjes op 1,5 meter afstand in Pakhuis de Zwijger, publiek kan meepraten via de videoconferencingtool Zoom. De debatavond wordt tevens opgenomen en is later beschikbaar als video.
Het werkt, en er is interactie, maar het kan de live Meet Up niet evenaren. Waar we in de zaal worden ondergedompeld in het geheel en er deel van uitmaken, ontbreekt die immersie als we thuis zitten. Zo is ook de NOS-televisieuitzending van de Nationale Herdenking op de Dam een goede registratie, maar heel anders dan de ervaring om daadwerkelijk op de Dam te staan, de trompetklanken over het plein te horen galmen en aansluitend de stilte te kunnen vóelen. Interessant is, dat nu dit jaar (vrijwel) iedereen thuis herdenkt, de immersie weer vergroot wordt. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei heeft namelijk alle blazers van Nederland op het Taptoe-signaal mee te spelen vanuit huis en om ook het Wilhelmus thuis mee te zingen. Het thuisherdenken wordt zo dé gezamenlijke ervaring, waar je je middenin bevindt en waaraan je actief kunt deelnemen.
Buiten naar binnen
Met een goed verhaal, interactie en de juiste inzet van media en technologie, is het mogelijk om het publiek het gevoel te geven in een andere wereld aanwezig te zijn en zich daarbij emotioneel betrokken te voelen. Dat bleek ook uit onderzoek van het JournalismLab naar immersieve journalistiek. Deze crisistijd is dan ook bij uitstek geschikt om meer van zulke immersieve producties op te zetten: kunnen we niet naar buiten, dan halen we buiten naar binnen. Het ligt daarbij voordehand om interdisciplinaire teams samen te stellen van journalisten, designers, kunstenaars en andere cultuurprofessionals en zo vanuit verschillende richtingen te kijken naar de mogelijkheden en uitdagingen die de huidige situatie biedt. Het wegvallen van het een biedt ruimte aan het ander.
Eerder deed het JournalismLab dit al door journalisten en designers te laten samenwerken tijdens een co-creatiesessie met NOS, NTR, KRO-NCRV en VPRO. Ook elders binnen (en buiten) de sector wordt de samenwerking al opgezocht. Zo zei Tamara Witschge, hoogleraar Media en culturele industrie aan de Rijksuniversiteit Groningen en lector Crossmedia bij de Hogeschool Amsterdam, in december in tegen het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek: “Steeds meer mensen werken buiten de traditionele redactionele kaders, als freelancer of in startups. Dat geeft vrijheid, want ze zitten niet vast aan hiërarchische structuren, maar het betekent ook dat ze zelf moeten bepalen wat journalistiek is. Er is geen traditionele redactiecultuur die hen dat vertelt. (…) Door samenwerking met andere disciplines, zoals kunstenaars, krijgen we een breder perspectief en andere onderzoeksverhalen.”
Nieuwe benaderingen
Dat er vanwege de crisis verschuivingen in de creatieve industrie zullen plaatsvinden, is onvermijdelijk, zegt ook Syb Groeneveld, directeur-bestuurder van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie, in de livecast Design Digger #2: Corona – crisis of kans?. Nu veel professionals in de creatieve industrie opdrachten geannuleerd zien en het perspectief op nieuwe projecten zien verdwijnen, ontstaan er des te meer mogelijkheden voor nieuwe benaderingen, manieren van werken, coproducties.
Het is een onvoorziene ontwikkeling in het werkveld die goed aansluit op mijn onderzoek naar de toepassing van immersiviteit in de creatieve industrie en hoe zich dat verhoudt tot de journalistiek. Hiervoor interview ik onder meer gamedesigners, ontwerpers, dichters, mediaprofessionals en theatermakers over hun manier van werken bij het ontwikkelen van een immersieve productie. Welke waarden en randvoorwaarden spelen daarbij een rol? En wat gebeurt er bij cross-overs, als creatieve professionals uit verschillende disciplines samenwerken aan immersieve (journalistieke) producties? Het onderzoek en de praktijk zullen het uitwijzen.
Beeld: ©Ben Houdijk