‘Je kunt pas een grens verleggen als je weet waar die ligt’. Met deze woorden opende de Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd en Media, Sven Gatz, het mediacongres te Brussel.
Op initiatief van het Vlaams-Nederlands cultuurhuis deBuren en het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek stond het verschil tussen Vlaanderen en Nederland, in toepassing van innovatieve media, op de agenda. De zaal in het cultuurhuis aan de Leopoldstraat was op deze 5e september volledig uitverkocht.
‘Nee’, zegt Piet Depuydt als tweede spreker na Rene van Zanten die als directeur van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek uitleg had gegeven over de methodiek en geldstroom ten aanzien van media-innovaties in Nederland.
‘Nee’, tegen het idee om ook in Vlaanderen een stimuleringsfonds op te richten. ‘Als wij prikkels nodig hebben van de overheid, verstaan wij ons vak niet goed’ aldus Depuydt. Het gaat erom, vervolgt Dupuydt -journalist bij De Tijd en oud-journalist NRC- zijn betoog, dat wij moeten inzien dat zaken veranderen. De burger verliest vertrouwen in de journalistiek en ziet ons niet meer als de trouwe waker van de democratie.
Refererend naar het onderzoek uit 2015 waarin gekeken is naar de journalistiek in 2025, gaat Dupuydt af op de analyse dat een mogelijk scenario bestaat uit het gegeven dat de burger -in 2025- de macht heeft over het journalistieke verhaal. Nieuws wordt niet meer geleverd door mediaorganisaties maar door de burger zelf. Waar blijft dan het vakmanschap? Journalisten zullen veelal curatoren worden, checkers, of forumleiders. Expertise behorend bij het journalistieke vak gaat ingezet worden vanuit coaching.
Jo Bardoel, voorzitter onderzoeksgroep Vlaanderen-Nederland, ziet grote verschillen als het gaat over Vlaamse en Nederlandse media. Nederland is in zijn beleid specifiek en beperkt. Vlaanderen juist royaal en generiek. Daar waar Vlaanderen de mediahuizen ondersteunt richt Nederland zich juist op de journalistiek, aldus deze oud-hoogleraar Journalistiek Radboud Universiteit Nijmegen.
De vraag blijft of er samenwerking tussen beide landen mogelijk is.
Bardoel geeft in zijn betoog aan dat als er al samenwerking mogelijk is, de kracht zal moeten komen uit de gelijke uitdaging. De mediawereld is drastisch aan het veranderen. Nederland experimenteert met regionale mediacentra. Vlaanderen activeert de samenwerking tussen de sector, overheid en onderwijs. Als voorbeeld journalismfund.eu. ‘Ga die inzichten delen’ pleit Bardoel. Het dilemma daarbij is het probleem van ‘separate by the same language’. Bardoel trekt de gelijkenis met de uitspraak van Shaw (1951) over het vergelijk tussen VS en Engeland. We spreken wel dezelfde taal maar zijn in cultuur anders. Na afloop van het mediacongres spreek ik met Piet Dupuydt en vraag hem of die verschillen tussen de Vlaming en de Nederlander nou echt zo’n issue is. ‘ kijk’, opent hij zijn zin, ‘het is niet dat we niet willen maar het is meer dat jullie, de Hollander, veel meer durven te ondernemen. De Vlaming kijkt een meter voor zich uit en gaat op zekerheid. Jullie nemen de gok en zien waar het toe leidt’. Als ik even later met de in Hasselt wonende beroeps blogger Frank Cramers praat, bevestigt hij deze stelling en noemt de Vlaming ‘pragmatischer dan de Nederlander’.
Om zijn mening kracht bij te zetten vertelt Cramers een Belgenmop. Een mop inspelend op de verschillen tussen de twee landen en als mop vast leuk. Maar waarvan helaas -door zijn mooie Vlaamse klankkleur- de clou aan mij verloren gaat.
Maar waar liggen dan openingen?
Volgens Bardoel door juist het delen van onze taal als kracht te gaan gebruiken en onze verschillen te kapitaliseren. Speel in op de grensregio, daar waar regionale media elkaar kunnen aanvullen.
De taak van de overheden is er door voorwaarden te scheppen en innovatie aan te moedigen. Dit door financiële en fysieke ondersteuning.
Als ik de stelling van Jo Bardoel voorleg aan Eric Smit, journalist bij Follow the Money, is hij niet echt overtuigd van succes. ‘Wij werken samen met Apache.be in het delen van artikelen, maar echt samenwerken vind ik een groot woord’. Bij grensoverschrijdend mediabeleid moet het wel gaan om items die de inwoners van beide landen interesseert en als ik dan naar de journalistiek kijk kun je concluderen dat het eigenlijk toch gewoon om regionale betrokkenheid draait’.
Depuydt eindigt zijn toespraak door Vlaanderen uit te dagen een journalistiek platform op te richten, wellicht in samenwerking met Nederland. Waarom niet?